Arrest nr. 33056 van 21 mei 2024 van het Hof van Cassatie biedt een belangrijke reflectie op het misdrijf van valsheden in geschrifte, in het bijzonder op de rol van gemeentelijke technici bij het certificeren van de voltooiing en uitvoering van openbare werken. Deze beslissing, uitgevaardigd door president R. Catena en rapporteur F. Cananzi, verduidelijkt de toelaatbaarheid van het misdrijf bedoeld in art. 479 van het Wetboek van Strafrecht en maakt een duidelijk onderscheid tussen openbare akten en administratieve certificaten.
Het geval betreft de beklaagde G. Gualandi, een gemeentelijke technicus, beschuldigd van het valselijk attesteren van de voltooiing en uitvoering van de werken in overeenstemming met de contractuele voorschriften. Het Hof van Beroep van Bologna had het beroep reeds verworpen, waarbij de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de beklaagde werd bevestigd. Het Hooggerechtshof herhaalde dat het gedrag van de technicus het misdrijf van valsheden in geschrifte in een openbare akte vormt, aangezien de afgegeven verklaringen zich niet beperken tot het uiten van een subjectief oordeel, maar bestaan uit objectieve en technische beoordelingen, gebonden aan het goedgekeurde project.
“Gemeentelijke technicus die valselijk de voltooiing en uitvoering van de werken in overeenstemming met de contractuele voorschriften attesteert - Misdrijf bedoeld in art. 479 van het Wetboek van Strafrecht - Toelaatbaarheid - Redenen. Het gedrag van de gemeentelijke ambtenaar die, in hoedanigheid van gemeentelijke technicus en directeur van de werken, valselijk de voltooiing en uitvoering van de werken in overeenstemming met de contractuele voorschriften attesteert, vormt het misdrijf van valsheden in geschrifte in een openbare akte en niet het misdrijf van valsheden in administratieve certificaten, aangezien deze verklaringen geen louter subjectieve waardeoordelen vormen, maar volledig objectieve en technische beoordelingen, gebonden aan het goedgekeurde project en gericht op het controleren van de regelmatige en getrouwe uitvoering, met als gevolg dat de beoordeling, hoewel aanwezig, een onvermijdelijke vaststellingsactiviteit veronderstelt die de eigen inhoud van de openbare akte vormt.”
Het Hof heeft duidelijkheid geschapen over de aard van de door technici afgegeven verklaringen, waarbij is benadrukt dat het geen eenvoudige verklaringen van subjectieve waarde zijn, maar verklaringen die een objectieve en conform de geldende voorschriften uitgevoerde verificatie vereisen. Op deze manier sloot het Hof de mogelijkheid uit om het misdrijf te kwalificeren als valsheden in administratieve certificaten, waarbij aan het misdrijf bedoeld in art. 479 van het Wetboek van Strafrecht een meer ingrijpende betekenis wordt toegekend wat betreft ernst en aansprakelijkheid.
Arrest nr. 33056 van 2024 vertegenwoordigt een belangrijk referentiepunt voor de jurisprudentie inzake valsheden in geschrifte. Door de strafrechtelijke aansprakelijkheid te herbevestigen van een gemeentelijke technicus die valselijk de voltooiing van werken attesteert, benadrukt het de belangrijkheid van regelmaat en transparantie bij het beheer van openbare werken. Deze jurisprudentiële oriëntatie nodigt uit tot een bredere reflectie op de professionele ethiek en de noodzaak van strikte naleving van de regels door alle betrokkenen bij de realisatie van openbare werken.