De recente uitspraak nr. 34523 van 2023, gedaan door het Hof van Cassatie, behandelt een cruciaal onderwerp in strafzaken: de bescherming van het recht op verdediging van de verdachte in geval van afwezigheid tijdens de procedure. Deze beslissing, die de uitspraak van het Hof van Beroep van Triëst zonder verwijzing vernietigt, verduidelijkt enkele fundamentele aspecten met betrekking tot de informatieplicht van de verdachte en de voorwaarden om bij verstek te oordelen.
De zaak betreft de verdachte S. R., die op het moment van zijn arrestatie een woonplaats had opgegeven bij een ambtshalve aangewezen advocaat. Het Hof heeft bepaald dat het enkele gebrek aan zorgvuldigheid van de verdachte om zich op de hoogte te houden van de zitting van het proces, op zichzelf geen vrijwillige onttrekking aan de kennis van het proces vormt. Dit beginsel is van fundamenteel belang om de eerbiediging van het recht op verdediging te waarborgen, zoals bepaald in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Opgeven van woonplaats bij de ambtshalve aangewezen advocaat ten tijde van de arrestatie - Informatieplicht van de verdachte - Ontbreken - Gevolgen - Effectieve kennis van het proces - Positieve vaststelling - Noodzaak. Wat betreft het oordeel bij verstek, vormt het gebrek aan zorgvuldigheid van de verdachte om zich op de hoogte te houden van de zitting van het proces tegen hem, na de keuze van woonplaats bij de ambtshalve aangewezen advocaat ten tijde van de arrestatie, niet automatisch de "vrijwillige onttrekking aan de kennis van het proces" en vormt geen enkele - niet toegestane - wettelijke vermoeden van kennis van de "vocatio in iudicium", die door de rechter positief moet worden vastgesteld om bij verstek te kunnen oordelen, als effectieve kennis, zonder omkering van de bewijslast.
Het recht op verdediging is een fundamenteel beginsel van een eerlijk proces, gewaarborgd door artikel 24 van de Italiaanse Grondwet en artikel 6 van het Europees Verdrag. De onderhavige uitspraak benadrukt dat de rechter positief moet vaststellen dat de verdachte op de hoogte is van de zitting van het proces. Deze vaststelling moet plaatsvinden zonder een automatisch vermoeden van kennis, om zo schending van het recht op verdediging te voorkomen.
De uitspraak nr. 34523 van 2023 vertegenwoordigt een belangrijke stap voorwaarts in de bescherming van het recht op verdediging van verdachten. Het verduidelijkt dat de verantwoordelijkheid om de verdachte op de hoogte te houden niet uitsluitend bij hem kan liggen, maar een gedeelde last moet zijn met het rechtssysteem. Dit beginsel versterkt niet alleen de bescherming van individuele rechten, maar draagt ook bij aan het waarborgen van een eerlijk en rechtvaardig proces, in overeenstemming met nationale en internationale normen.