De recente uitspraak van het Hof van Cassatie, nr. 26117 van 2021, vormt een belangrijk referentiepunt bij de vaststelling van schadevergoedingen in geval van medische fouten. In het bijzonder richt de beslissing zich op de kwestie van de differentiële schade en de impact van de door INAIL uitgekeerde vergoedingen op de berekening van de schadevergoeding. Het Hof heeft twee beroepen onderzocht, waarbij de complexiteit van de interacties tussen vergoedingen en schadevergoedingen en de te hanteren criteria om billijkheid voor de benadeelde te waarborgen, zijn benadrukt.
In dit geval had C.S. letsel opgelopen na een verkeersongeval en beweerde dat hij onvoldoende medische zorg had ontvangen, waardoor zijn gezondheidstoestand was verslechterd. Het geschil draaide om de door INAIL ontvangen vergoeding en de invloed daarvan op de schadevergoeding die van de Gezondheidszorginstelling (AAS) werd geëist. Het Hof van Beroep van Triëst had het beroep van C.S. ingewilligd en een hogere schadevergoeding vastgesteld dan die welke door de Rechtbank van Udine was bepaald.
Het Hof van Cassatie heeft bepaald dat betalingen door de sociale verzekeraar het schadevergoedingsrecht van het slachtoffer van de onrechtmatige daad verminderen.
Het Hof van Cassatie heeft enkele fundamentele beginselen voor de vaststelling van schadevergoedingen bevestigd, met name:
De uitspraak nr. 26117/2021 van het Hof van Cassatie biedt belangrijke verduidelijkingen over de vaststelling van de differentiële schade, waarbij het belang van een gedetailleerde en nauwkeurige aanpak bij de berekening van schadevergoedingen wordt benadrukt. De door het Hof verstrekte aanwijzingen zullen dienen om een grotere billijkheid tussen de betrokken partijen te waarborgen, waardoor het risico op ongerechtvaardigde verrijking of onrechtvaardigheid jegens slachtoffers van schade als gevolg van medische fouten wordt verminderd.