De recente beschikking van het Hof van Cassatie, nr. 5219 van 27 februari 2024, raakt een delicaat en maatschappelijk zeer relevant onderwerp: de vaderschapsonkenning. In deze context moest het Hof de balans vinden tussen het recht op biologische waarheid en het belang van het kind, een thema dat tot op heden debatten en overwegingen in de rechtszalen en binnen Italiaanse gezinnen heeft opgeroepen en zal blijven oproepen.
De zaak begon met een verzoekschrift ingediend door de speciale curator van de minderjarige D.D., wat leidde tot de verklaring van vaderschapsonkenning van B.B. ten opzichte van de minderjarige. Het Hof van Beroep van Perugia had aanvankelijk het beroep van B.B. en A.A. afgewezen en de wettigheid van de benoeming van de speciale curator en de adequaatheid van de uitgevoerde onderzoeken bevestigd. De verzoekers betwistten echter de beslissing en voerden aan dat de situatie en het belang van de minderjarige niet adequaat waren overwogen.
De afweging tussen het recht op persoonlijke identiteit, gekoppeld aan de bevestiging van de biologische waarheid, en het belang van de zekerheid van "statussen" en de stabiliteit van familierelaties is van fundamenteel belang in deze delicate aangelegenheden.
Het Hof herhaalde een fundamenteel beginsel: het is niet voldoende om de *favor veritatis* (de voorkeur voor de waarheid) te stellen zonder rekening te houden met de gevolgen die de vaderschapsonkenning voor het kind kan hebben. Dit betekent dat het recht op persoonlijke identiteit van het kind moet worden beschouwd in relatie tot de reeds bestaande affectieve en persoonlijke banden, met name wanneer het een minderjarige onder de twaalf jaar betreft. Daarom is een aanpak nodig die deze belangen afweegt, zonder het ene op te offeren ten gunste van het andere.
Het Hof van Cassatie honoreerde de beroepsgronden met betrekking tot het nalaten van onderzoek naar het werkelijke belang van de minderjarige en de noodzaak om haar te horen. Het horen van het kind wordt immers beschouwd als een noodzakelijke formaliteit en kan niet worden vervangen door andere vormen van onderzoek. Het gebrek aan een nauwkeurige analyse van het belang van de minderjarige leidde tot vernietiging van het bestreden vonnis, waarbij het belang van het in acht nemen van haar affectieve en psychologische behoeften werd benadrukt.
Concluderend vertegenwoordigt het arrest nr. 5219/2024 van het Hof van Cassatie een belangrijke stap voorwaarts in de bescherming van de rechten van minderjarigen, waarbij de noodzaak van een evenwichtige aanpak wordt benadrukt die zowel het recht op waarheid als het belang van het kind in overweging neemt. Deze uitspraak verduidelijkt niet alleen de juridische beginselen met betrekking tot vaderschapsonkenning, maar biedt ook stof tot nadenken voor toekomstige zaken die de delicate aard van familierelaties en de identiteit van de allerkleinsten betreffen.