Het recente arrest nr. 38890 van 9 oktober 2024, gedeponeerd op 23 oktober 2024, biedt belangrijke verduidelijkingen over de procedure van preventief beslag ten aanzien van rechtspersonen. In het bijzonder heeft de Rechtbank van Vrijheid van Salerno de kwestie behandeld van de benoeming van een ambtshalve raadsman en de kennisgeving van waarborg in de context van een conservatoire maatregel die een entiteit, zoals SEVEN S.R.L., betreft.
Uitvoering van beslag ten aanzien van een entiteit - Benoeming van ambtshalve raadsman en kennisgeving van waarborg - Noodzakelijkheid - Uitsluiting - Redenen. De uitvoering, ten aanzien van een entiteit, van de maatregel van preventief beslag hoeft niet, op straffe van nietigheid, voorafgegaan te worden door de benoeming van een ambtshalve raadsman en de betekening van de kennisgeving van waarborg, overeenkomstig de artikelen 40 en 57 van wetsdecreet 8 juni 2001, nr. 231, aangezien het een "verrassings"handeling betreft waarvoor deze formaliteiten, analoog aan wat is voorzien voor de verdachte-natuurlijk persoon, alleen verschuldigd zijn indien de vertegenwoordiger van de rechtspersoon aanwezig is bij de uitvoering van de handeling door de gerechtelijke politie en geen vertrouwensadvocaat heeft.
Het onderhavige arrest benadrukt een fundamenteel aspect van de regelgeving betreffende conservatoire maatregelen ten aanzien van entiteiten: de niet-noodzakelijkheid van een ambtshalve raadsman en de kennisgeving van waarborg, tenzij de wettelijke vertegenwoordiger van de entiteit aanwezig is op het moment van de handeling. Dit beginsel beantwoordt aan de logica om overmatige formaliteiten te vermijden die de actie van de gerechtelijke politie zouden kunnen belemmeren.
In wezen heeft het Hof willen benadrukken dat de procedure van preventief beslag, hoewel deze streng kan lijken, is ontworpen om het publieke belang te beschermen en de correcte uitvoering van onderzoeken te waarborgen, waarbij wordt voorkomen dat eventuele technische verdedigingen de actie van justitie kunnen compromitteren.
Het arrest nr. 38890 van 2024 vormt een belangrijk referentiepunt voor juridische professionals, aangezien het de uitvoeringsmodaliteiten van preventief beslag ten aanzien van entiteiten verduidelijkt. Het feit dat de benoeming van een ambtshalve raadsman niet vereist is bij afwezigheid van de aanwezige wettelijke vertegenwoordiger, roept vragen op over de balans tussen de effectiviteit van onderzoeken en het recht op verdediging, en vereist een diepgaande reflectie over hoe adequate bescherming kan worden gegarandeerd in een context van conservatoire maatregelen. Het is van essentieel belang dat bedrijven en hun juridische adviseurs voorbereid zijn op deze dynamiek om crisissituaties in verband met conservatoire maatregelen optimaal te kunnen aanpakken.