Warning: Undefined array key "nl" in /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php on line 39

Warning: Undefined array key "HTTP_ACCEPT_LANGUAGE" in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 25

Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php:39) in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 61
Commentaar op Arrest nr. 17828 van 2023: verklaringen aan de curator en het gebruik ervan in strafzaken | Advocatenkantoor Bianucci

Commentaar op arrest nr. 17828 van 2023: verklaringen aan de curator en het gebruik ervan in strafzaken

Arrest nr. 17828 van 2023 vertegenwoordigt een belangrijke uitspraak van het Hof van Cassatie met betrekking tot het gebruik van verklaringen afgelegd aan de curator tijdens de faillissementsprocedure. Deze beslissing roept significante vragen op over de verenigbaarheid van dergelijke praktijken met de beginselen van rechtvaardigheid en verdediging, gewaarborgd door de Grondwet en Europese normen.

Context van het Arrest

Het Hof onderzocht de zaak van F. C., die betrokken was bij een faillissementsprocedure en beschuldigd werd van misdrijven in verband met het beheer van het failliete bedrijf. De verklaringen die aan de curator, een openbaar ambtenaar, werden afgelegd, werden door het Hof als nuttig beschouwd voor strafrechtelijke onderzoeken. Er werd echter een vraag over de constitutionele legitimiteit opgeworpen met betrekking tot de artikelen van het Wetboek van Strafvordering die de onbruikbaarheid van dergelijke verklaringen regelen.

Verklaringen afgelegd aan de curator tijdens de faillissementsprocedure, opgenomen in het verslag - Verplichting om de waarborgen van het Wetboek van Strafvordering te respecteren - Uitsluiting - Vraag over de constitutionele legitimiteit van art. 62, 63, 64, 191, 195 en 526 Wetboek van Strafvordering - Kennelijk ongegrond - Redenen - Feiten. De vraag over de constitutionele legitimiteit van art. 62, 63, 64, 191, 195 en 526 Wetboek van Strafvordering, wegens strijd met art. 3, 24, 111 en 117 Grondwet, in samenhang met art. 6 EVRM, 47, lid 2, en 48 VWEU, voor zover de procesrechtelijke onbruikbaarheid van verklaringen afgelegd aan de curator tijdens de faillissementsprocedure en door deze in zijn verslag opgenomen, niet is voorzien, is kennelijk ongegrond, aangezien de curator geen opsporings- en toezichtactiviteiten verricht, maar, in zijn hoedanigheid van openbaar ambtenaar, gehouden is om in het door hem ondertekende verslag ook "wat van belang kan zijn voor de voorlopige onderzoeken in strafzaken" te vermelden, door de ondervraging van andere personen dan de failliet te initiëren om informatie en opheldering te vragen die "voor het beheer van de procedure" nodig zijn. (Feiten met betrekking tot verklaringen afgelegd aan de curator door een getuige en een verdachte van een gerelateerd misdrijf inzake de rol van feitelijk beheerder van de failliete vennootschap bekleed door de beklaagde, samengevat in het verslag en onderwerp van indirecte getuigenis door de curator zelf).

Implicaties van de Uitspraak

Het Hof verklaarde de ingediende vraag over de constitutionele legitimiteit kennelijk ongegrond, met het argument dat de curator in zijn functie niet optreedt als toezichthouder, maar als een openbaar ambtenaar die gehouden is om informatie te rapporteren die relevant is voor onderzoeken. Deze beslissing verduidelijkt dat verklaringen afgelegd aan de curator niet onderworpen zijn aan onbruikbaarheid, in tegenstelling tot wat door sommige critici van de regel werd beweerd.

Het is belangrijk te benadrukken dat het arrest een delicaat evenwicht benadrukt tussen het recht op verdediging en de noodzaak om een effectief beheer van faillissementsprocedures te waarborgen. Waar verklaringen noodzakelijk zijn voor het vaststellen van mogelijke strafrechtelijke verantwoordelijkheden, mag het gebruik van dergelijke verklaringen het recht op verdediging van de beklaagde niet aantasten.

Conclusies

Samenvattend verduidelijkt arrest nr. 17828 van 2023 van het Hof van Cassatie een fundamenteel aspect van het strafrecht en faillissementsrecht, door te stellen dat verklaringen afgelegd aan de curator niet als onbruikbaar in een strafzaak kunnen worden beschouwd. Deze uitspraak benadrukt de complexiteit van de interacties tussen verschillende rechtsgebieden en onderstreept het belang van het waarborgen van een eerlijk en billijk proces, met inachtneming van de behoeften aan rechtvaardigheid en transparantie bij het beheer van faillissementsprocedures.

Advocatenkantoor Bianucci