Arrest nr. 39576 van 1 oktober 2024, gedeponeerd op 28 oktober 2024, biedt belangrijke verduidelijkingen met betrekking tot de rechten van de verdachte in het strafproces, met name wat betreft de aanstelling van een advocaat en diens afwezigheid. Het Hof van Cassatie, voorgezeten door L. I., heeft de beslissing van het Hof van Beroep van Venetië zonder verwijzing vernietigd, waarbij cruciale kwesties voor de verdediging en de kennis van het proces door de verdachte werden behandeld.
De zaak betrof A. H., die zichzelf afwezig had verklaard tijdens het proces, ondanks dat hij een vertrouwensadvocaat had aangesteld met domiciliekeuze bij diens kantoor. De advocaat had echter de opdracht neergelegd zonder deze beslissing aan de verdachte te communiceren. Het Hof oordeelde dat deze situatie niet kon worden geïnterpreteerd als een indicatie van de daadwerkelijke kennis van het proces door de verdachte, aangezien zijn afwezigheid te wijten was aan het gedrag van de advocaat en niet aan een nalatigheid in de informatieverstrekking.
Keuze van domicilie bij de vertrouwensadvocaat - Latere neerlegging van de verdedigingsopdracht zonder communicatie - Verklaring van afwezigheid vóór de inwerkingtreding van wetsdecreet nr. 150 van 2022 - Daadwerkelijke kennis van het proces - Uitsluiting - Redenen. De aanstelling van een vertrouwensadvocaat met domiciliekeuze bij diens kantoor, gevolgd door de neerlegging van de opdracht die niet door de professional werd gecommuniceerd vóór de aanvang van het proces, vormt geen indicatie van de daadwerkelijke kennis ervan door de verdachte, in het geval dat diens afwezigheid werd verklaard overeenkomstig artikel 420-bis van het Wetboek van Strafvordering, in de formulering vóór de herschrijving door artikel 23, lid 1, letter c), van wetsdecreet 10 oktober 2022, nr. 150, aangezien het niet-verschijnen van de genoemde persoon niet te wijten is aan zijn nalatigheid in de informatieverstrekking, maar aan het gedrag van de advocaat.
Dit arrest heeft diverse significante implicaties voor het recht op verdediging. In het bijzonder benadrukt het de plicht van de advocaat om duidelijke en tijdige communicatie met zijn cliënt te waarborgen. Het Hof stelt dat de neerlegging van de opdracht moet worden gecommuniceerd, anders wordt het recht van de verdachte om geïnformeerd te worden en actief deel te nemen aan het proces geschaad. De belangrijkste juridische overwegingen kunnen als volgt worden samengevat:
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 39576 van 2024 een belangrijke stap voorwaarts in de bescherming van de rechten van verdachten in het strafproces. Het herbevestigt het belang van communicatie tussen advocaat en cliënt en de noodzaak om ervoor te zorgen dat elke neerlegging van de opdracht adequaat wordt gecommuniceerd. Het Hof toont aldus een bijzondere gevoeligheid voor het recht op verdediging, door te stellen dat de verantwoordelijkheid voor de afwezigheid van de verdachte niet op hem kan rusten indien deze wordt veroorzaakt door het gedrag van de advocaat. Dit beginsel is essentieel om een eerlijk proces te waarborgen, in overeenstemming met de Italiaanse en Europese regelgeving.