Cass. Civ., Afdeling VI - 3, Beschikking nr. 8218/2021: Civiele Aansprakelijkheid en Schade door Verlies van Ouderlijke Relatie

De recente beschikking van het Hof van Cassatie nr. 8218 van 2021 biedt een belangrijke gelegenheid tot reflectie op de criteria voor schadevergoeding voor het verlies van een ouderlijke relatie. De beslissing, die de afwijzing van de schadeclaim van D.I.N., D.I.R. en D.I.I. voor de dood van hun tante bevestigde, heeft vragen opgeroepen over de legitimatie van niet-samenwonende erfgenamen en de beoordeling van affectieve banden.

Context van de Uitspraak

De zaak ontstond uit een verkeersongeval waarbij de tante van de eisers om het leven kwam. De Rechtbank van Velletri en vervolgens het Hof van Beroep van Rome sloten de legitimatie van de eisers voor schadevergoeding uit, gebaseerd op het ontbreken van samenwoning met de overledene. In het bijzonder verwees het Hof naar het beginsel dat, voor personen buiten de directe gezinskern, samenwoning noodzakelijk is om de intimiteit van affectieve relaties te bewijzen.

Analyse van de Motivering van het Hof van Cassatie

De aangevochten uitspraak, die doorslaggevend belang toekent aan het ontbreken van een samenlevingsrelatie, staat haaks op de juiste juridische reconstructie.

Het Hof van Cassatie honoreerde het beroep van de eisers, met het argument dat de door het Hof van Beroep toegepaste beoordelingsregel onjuist was. De rechters benadrukten dat samenwoning niet mag worden beschouwd als een exclusieve voorwaarde voor de erkenning van het recht op schadevergoeding voor verlies van een ouderlijke relatie. Samenwoning kan immers slechts een van de vele bewijselementen zijn, en geen onmisbaar criterium.

• Het gezin kan niet beperkt blijven tot het kerngezin.
• Affectieve relaties kunnen ook buiten de samenwoning bestaan.
• Er moeten strenge bewijzen worden geleverd van de elementen die de aantasting van de ouderlijke relatie aantonen.

Conclusies

De uitspraak nr. 8218 van 2021 vertegenwoordigt een belangrijke stap voorwaarts in de Italiaanse jurisprudentie met betrekking tot de schadevergoeding voor niet-materiële schade. Het bevestigt opnieuw dat affectieve banden, zelfs bij afwezigheid van samenwoning, de eis tot schadevergoeding voor het verlies van een familielid kunnen rechtvaardigen. Deze oriëntatie nodigt uit tot een bredere reflectie op de definitie van gezin en affectieve banden, die niet gereduceerd mogen worden tot louter formele vereisten.