Het recente arrest n. 22171 van 6 augustus 2024 van het Hof van Cassatie biedt belangrijke verduidelijkingen met betrekking tot het beroep tegen kadastrale correctieakten. In het bijzonder heeft het Hof een beroep tegen een correctieakte in conservatoir ambtshalve herstel onontvankelijk verklaard, waarbij het gebrek aan belang bij de vordering door de belastingplichtige werd benadrukt. Maar wat betekent dit alles in de praktijk?
In dit arrest behandelde het Hof een zaak waarin de Administratie de waarde en de huurwaarde van een onroerend goed, die eerder waren toegekend, ambtshalve had verminderd. De centrale vraag was of de belastingplichtige deze correctie kon aanvechten. Het Hof oordeelde dat er geen belang bij de vordering is, aangezien het een loutere gedeeltelijke intrekking van de eerdere beschikking betreft. Dit impliceert dat, zelfs als de oorspronkelijke beschikking was aangevochten, de latere correctie ervan geen nieuwe, zelfstandige akte kan vormen.
In het algemeen. Wat betreft belastinggeschillen, is het beroep tegen een kadastrale correctieakte, waarmee de Administratie zich heeft beperkt tot het ambtshalve verminderen van de waarde en de huurwaarde van het onroerend goed die eerder waren toegekend, onontvankelijk wegens gebrek aan belang bij de vordering, aangezien het een loutere gedeeltelijke intrekking van de eerdere beschikking betreft en daarom zonder vernieuwing is en terug te voeren op de oorspronkelijke beschikking, waarvan de lotgevallen worden gevolgd, niet alleen als deze definitief is geworden, maar ook als er tijdig beroep tegen is ingesteld.
Deze strekking benadrukt hoe de Administratie, in geval van ambtshalve correcties, niet het voorwerp van geschillen kan zijn als er geen wezenlijke verandering is ten opzichte van de oorspronkelijke beschikking. Het Hof benadrukt het belang van het principe van "solve et repete" in belastinggeschillen, volgens welke de belastingplichtige eerst moet betalen en daarna kan betwisten.
Deze beslissing heeft verschillende implicaties voor belastingplichtigen:
Concluderend vertegenwoordigt arrest n. 22171 van het Hof van Cassatie een belangrijke verduidelijking over het onderwerp van de aanvechtbaarheid van kadastrale correcties, waarbij de noodzaak van een concreet belang bij de vordering in belastinggeschillen wordt benadrukt.