Het recente arrest nr. 23439 van 30 augustus 2024, uitgevaardigd door het Hof van Cassatie, behandelt een cruciaal onderwerp in de banksector: de schending van de identificatieplichten van klanten. Dit aspect is van fundamenteel belang om de veiligheid en integriteit van banktransacties te waarborgen. Het Hof heeft herbevestigd dat het nalaten van klantidentificatie, zoals voorzien in artikel 19 van wetsdecreet nr. 231 van 2007, een gedrag vormt dat relevant is voor disciplinaire doeleinden, waarbij eventuele verzachtende omstandigheden worden uitgesloten.
Wetsdecreet nr. 231 van 2007 vormt de wettelijke kern voor de preventie van witwassen en terrorismefinanciering. In het bijzonder stelt artikel 19 de verplichting voor werknemers van financiële instellingen vast om klanten te identificeren alvorens enige transactie aan te gaan. Deze verplichting kan, zoals verduidelijkt in het betreffende arrest, niet worden ontweken of omzeild, zelfs niet in aanwezigheid van andere bepalingen betreffende risicobeoordeling.
(WERKELIJKE BESCHERMING) Werknemer van een kredietinstelling - Schending van de identificatieplichten van klanten ex artikel 19 wetsdecreet nr. 231 van 2007 (vóór de wijziging door artikel 2, lid 1, wetsdecreet nr. 90 van 2017) - Disciplinaire relevantie - Beoordeling ex artikel 20 wetsdecreet nr. 231 van 2007 - Verzachtende invloed - Mogelijkheid - Uitsluiting - Grondslag. Wat betreft disciplinaire misdrijven van werknemers van kredietinstellingen, vormt de schending van de verplichting tot identificatie van de klant in zijn fysieke aanwezigheid, voorzien in artikel 19 van wetsdecreet nr. 231 van 2007, in de formulering die ratione temporis van toepassing is (vóór de wijziging door artikel 2, lid 1, wetsdecreet nr. 90 van 2017), een relevant gedrag. Deze verplichting wordt niet omzeild door artikel 20 van hetzelfde wetsdecreet, dat andere aspecten van risicobeoordeling regelt die uitgaan van de reeds voltooide identificatie van de klant.
Deze beslissing heeft belangrijke implicaties voor de banksector, aangezien zij verduidelijkt dat de schending van identificatieplichten niet alleen een probleem van naleving van regelgeving is, maar ook aanzienlijke disciplinaire consequenties heeft. Met name werknemers die deze verplichtingen niet naleven, kunnen worden onderworpen aan disciplinaire maatregelen, waaronder ontslag. Het is daarom van essentieel belang voor financiële instellingen om ervoor te zorgen dat het personeel adequaat is opgeleid en zich bewust is van zijn verantwoordelijkheden.