Het thema van valse verklaringen bij aanvragen voor overheidssteun is altijd zeer actueel. De recente Uitspraak nr. 32763 van 2024 van het Hof van Cassatie biedt belangrijke verduidelijkingen met betrekking tot de juridische gevolgen van onjuiste informatie verstrekt in de aanvraag voor het verkrijgen van de burgerschapsinkomsten. In het bijzonder gaat de uitspraak in op de toelaatbaarheid van het misdrijf van valse verklaring, waarbij de wijze van ondertekening zoals voorzien in de geldende regelgeving wordt benadrukt.
De uitspraak analyseert de zaak van een aanvraag voor de burgerschapsinkomsten die elektronisch bij het INPS (Nationaal Instituut voor Sociale Zekerheid) is ingediend, maar niet is ondertekend zoals voorzien in artikel 65, lid 1, van de Digitale Administratiecode (wetgevend decreet 7 maart 2005, nr. 82). Dit artikel bepaalt duidelijk de geldigheidsvereisten voor elektronische communicatie, waarbij een digitale handtekening of een op andere wijze conform de bepalingen ondertekende verklaring vereist is.
Valse informatie in de aanvraag voor het verkrijgen van de burgerschapsinkomsten - Aanvraag niet ondertekend volgens de bepalingen van artikel 65, lid 1, van de Digitale Administratiecode - Misdrijf van artikel 7, lid 1, wetsdecreet nr. 4 van 2019, omgezet in wet nr. 26 van 2019 - Toelaatbaarheid - Redenen. De valse verklaring in een aanvraag die elektronisch bij het INPS is ingediend met het oog op het verkrijgen van de burgerschapsinkomsten, niet ondertekend volgens de bepalingen van artikel 65, lid 1, wetgevend decreet 7 maart 2005, nr. 82 (de zogenaamde Digitale Administratiecode), vormt het misdrijf van artikel 7, lid 1, wetsdecreet 28 januari 2019, nr. 4, omgezet met wijzigingen in wet 28 maart 2019, nr. 26. Dit komt doordat de onregelmatige ondertekening, hoewel deze de aanvraag niet ongeldig maakt, deze niet verhindert om het effect van de uitkering van de steun te produceren.
Het Hof oordeelde dat het ontbreken van een correcte ondertekening de aanvraag niet onontvankelijk maakt, maar deze kwalificeert als een juridische handeling die desalniettemin gevolgen kan hebben, zoals de uitkering van de burgerschapsinkomsten. Deze interpretatie roept belangrijke vragen op met betrekking tot strafrechtelijke aansprakelijkheid en de gevolgen van valse verklaringen.
Concluderend benadrukt de Uitspraak nr. 32763 van 2024 het belang van de correcte ondertekening van elektronische aanvragen en onderstreept de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van degenen die valse informatie verstrekken. Het is daarom essentieel dat burgers volledig geïnformeerd zijn over de wijze van indiening van aanvragen om sancties en juridische gevolgen te vermijden. De jurisprudentie blijft zich op dit gebied ontwikkelen, en bewustzijn van de geldende regelgeving is cruciaal voor een correcte afhandeling van bureaucratische procedures.