Arrest nr. 38513 van 19 september 2024 vormt een belangrijk referentiepunt in het Italiaanse strafrecht, met name wat betreft de "patteggiamento" (berechting op basis van een overeenkomst) en de civiele procedure. Hierin behandelde het Hof de vraag naar de toelaatbaarheid van de civiele procedure op de zitting vastgesteld ex art. 458-bis cod. proc. pen., waarbij de gevolgen met betrekking tot de proceskosten werden belicht.
De centrale kwestie betrof de legitimiteit van de veroordeling tot betaling van de kosten die door de civiele partij waren gemaakt na het verzoek tot strafoplegging door de verdachte. In het bijzonder stelde het Hof dat de civiele procedure ook mogelijk is in de fase van "patteggiamento", wat een belangrijke evolutie betekent ten opzichte van eerdere jurisprudentiële oriëntaties.
Zitting vastgesteld ex art. 458-bis cod. proc. pen. voor het verzoek tot strafoplegging na een onmiddellijk gerechtelijk bevel - Civiele procedure - Toelaatbaarheid - Gevolgen - Vaststelling van de proceskosten - Legitimiteit - Feiten. Wat betreft de "patteggiamento", is de civiele procedure toelaatbaar op de zitting vastgesteld, conform art. 458-bis cod. proc. pen., als gevolg van het verzoek tot strafoplegging ingediend door de verdachte na de uitvaardiging van het onmiddellijke gerechtelijke bevel, zodat de veroordeling van de genoemde tot betaling van de kosten gemaakt door de civiele partij, vastgesteld met het arrest ex art. 444 cod. proc. pen., legitiem is. (Feiten waarbij het Hof de beslissing tot veroordeling tot proceskosten beperkt heeft vernietigd tot het bedrag dat aan de civiele partij is toegekend voor de pleidooien, aangezien dit een post betreft die verband houdt met een beslissingsfase die niet is voorzien in de "patteggiamento").
De beslissing van het Hof heeft diverse praktische implicaties:
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 38513 van 2024 een stap voorwaarts naar meer duidelijkheid en consistentie in het Italiaanse strafrecht. Het belang ervan ligt niet alleen in de definitie van de mogelijkheid van civiele procedure in de fase van "patteggiamento", maar ook in de regulering van de proceskosten. Deze jurisprudentiële oriëntatie biedt een belangrijke kans voor slachtoffers van misdrijven om hun rechten te doen gelden en een vergoeding te verkrijgen, waardoor het rechtssysteem eerlijker en toegankelijker wordt.