Warning: Undefined array key "nl" in /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php on line 42

Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php:42) in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 61
Vreemdelingenbewaring en motivering van verlengingen: de Cassatie nr. 16364/2025 verduidelijkt de verplichtingen van de Vrederechter | Advocatenkantoor Bianucci

Vastzetting van vreemdelingen en motivering van verlengingen: de Cassatierechter n. 16364/2025 verduidelijkt de verplichtingen van de Vrederechter

De uitspraak van het Hof van Cassatie, Afdeling I, n. 16364 van 28 april 2025 (gedeponeerd op 30 april 2025) vertegenwoordigt een fundamenteel onderdeel in het delicate evenwicht tussen de bescherming van de openbare veiligheid en de individuele garanties van vreemdelingen die worden vastgezet in de Centra voor Verblijf en Terugkeer (CPR). Het Hooggerechtshof heeft het decreet van een Vrederechter van Trapani, dat de verdere verlenging van de vastzetting had bekrachtigd door zich te beperken tot een algemene verwijzing naar politierapporten, vernietigd met verwijzing. Hieronder analyseren we de kern van de beslissing, de wettelijke verwijzingen en de praktische implicaties voor de betrokkenen.

Het wettelijke kader: van wetsdecreet 145/2024 tot wet 187/2024

Wetsdecreet 11 oktober 2024 n. 145, omgezet met wijzigingen door wet 9 december 2024 n. 187, heeft de regeling van administratieve detentie zoals bedoeld in art. 14 van wetsdecreet 286/1998 (Consolidatiewet Immigratie) aanzienlijk beïnvloed. Tot de belangrijkste nieuwigheden behoren:

  • uitbreiding van de maximale totale duur van de detentie tot 18 maanden;
  • bepaling van "verdere" verlengingen na 12 maanden, na toetsing door de Vrederechter;
  • versterking van de motiveringsplicht in geval van aanhoudende noodzaak tot identificatie of sociale gevaarlijkheid.

De wetgeving heeft echter geen invloed gehad op de aard van de detentie als "beperking van de persoonlijke vrijheid", die onderworpen blijft aan het wettelijk en gerechtelijk voorbehoud zoals vastgelegd in art. 13 van de Grondwet en art. 5 EVRM.

De kern van de beslissing van het Hof van Cassatie

Inzake de administratieve detentie van vreemdelingen onder het procesrechtelijke regime dat voortvloeit uit wetsdecreet 11 oktober 2024, n. 145, omgezet met wijzigingen door wet 9 december 2024, n. 187, kan het decreet waarmee de vrederechter de verdere verlenging van de detentie in een centrum voor verblijf en terugkeer bekrachtigt, zich niet beperken tot een verwijzing naar de rapporten van de politieautoriteit, zonder de inhoud ervan weer te geven en, in het bijzonder, zonder uit te leggen op basis van welke concrete elementen de identificatie van de vreemdeling waarschijnlijk wordt geacht, zoals bepaald in art. 14, lid 5, wetsdecreet 25 juli 1998, n. 286, aangezien de maatregel een onschendbaar recht aantast, waarvan de beperking wordt gewaarborgd door het absolute wettelijke voorbehoud van art. 13 Grondwet, en de motivering "per relationem", hoewel toelaatbaar, niet volledig mag ontberen van elke indicatie die de instemming ervan door de beslisser bevestigt. (Conf.: Afdeling 1 civ., n. 610 van 11/01/2022, Rv. 663963-01).

De bijzonder omvangrijke rechtsoverweging benadrukt twee belangrijke aspecten:

  • Gedetailleerde motivering: De Vrederechter moet de inhoud van de politierapporten, althans in het kort, weergeven en uitleggen waarom de aangevoerde elementen de identificatie van de vastgezette persoon of de noodzaak van een verdere verlenging waarschijnlijk maken.
  • Grenzen van de "per relationem" motivering: Het verwijzen naar externe documenten is toegestaan, maar de "kritische instemming" met de daarin opgenomen redenen moet worden toegelicht. Bij gebreke hiervan schendt de beslissing art. 111 Grondwet inzake de motiveringsplicht en art. 13 Grondwet inzake persoonlijke vrijheid.

Het Hof verwijst tevens naar zijn eigen jurisprudentie (Cass. civ. 610/2022) die, reeds in burgerrechtelijke zaken, dezelfde motiveringsgebreken inzake persoonlijke vrijheid had veroordeeld.

Operationele implicaties voor advocaten en professionals

De uitspraak biedt waardevolle aanwijzingen voor degenen die vreemde burgers bijstaan in de fase van bekrachtiging of verlenging van de detentie:

  • Verifiëren dat het besluit concrete feiten bevat ter ondersteuning van de waarschijnlijkheid van identificatie of repatriëring.
  • Controleren of de Vrederechter zich niet beperkt tot standaardformuleringen ("gezien de politiedossiers"), maar objectieve gegevens citeert (verzoeken om consulaire medewerking, technische termijnen, onderzoeksresultaten).
  • Bij gebreke hiervan, de schending van art. 14, lid 5, TUI, art. 13 Grondwet en art. 5 EVRM aanvoeren, en bij cassatieberoep de onmiddellijke vrijlating vragen ex art. 606 cpp.
  • Opmerken dat het Constitutioneel Hof reeds is ingeschakeld (hangende verwijzingsbeslissingen) over de verenigbaarheid van de nieuwe maximale detentieperioden met de constitutionele beginselen.

Conclusies

Het Hof van Cassatie n. 16364/2025 herhaalt dat de persoonlijke vrijheid van de vreemdeling niet mag worden opgeofferd aan louter administratieve behoeften zonder concrete feitelijke onderbouwing. Het is aan de Vrederechters om een substantiële motivering te verstrekken, niet louter "per relationem", en elke dag van vrijheidsberoving te rechtvaardigen. Advocaten beschikken op hun beurt nu over een extra instrument om ongerechtvaardigde verlengingen aan te vechten en het respect voor constitutionele en Europese garanties in rechte te doen gelden.

Advocatenkantoor Bianucci