Uitspraak nr. 35779 van 2023 heeft een breed debat op gang gebracht over het belang van de geheimhoudingsplicht met betrekking tot ambtelijke informatie. In het bijzonder heeft het Hof van Cassatie de grenzen van de openbaarmaking van ambtsgeheimen afgebakend, en een nauwkeurig kader geschetst van de geldende regelgeving op dit gebied. Dit artikel beoogt de belangrijkste punten van de uitspraak te analyseren, waardoor de juridische en praktische implicaties voor iedereen toegankelijk worden.
In deze uitspraak heeft het Hof bepaald dat het verbod op het openbaar maken en gebruiken van ambtsgeheimen zich niet beperkt tot vertrouwelijke informatie, maar zich ook uitstrekt tot toegankelijke informatie waarvan de verspreiding verboden is door de regelgeving inzake het recht op inzage. Het Hof heeft het bestaan van het misdrijf uitgesloten in een specifiek geval, betreffende de communicatie van informatie door medewerkers van mortuaria aan uitvaartondernemers. De betreffende informatie, met betrekking tot overlijdensgevallen en de identiteit van de overledenen, werd niet als geheim beschouwd, aangezien deze niet onder het ambtsgeheim viel.
Geheimhoudingsplicht - Ambtelijke informatie die geheim moet blijven - Begrip - Feiten. Wat betreft de openbaarmaking en het gebruik van ambtsgeheimen, omvat het verbod op openbaarmaking (en gebruik) niet alleen informatie die is onttrokken aan inzage, maar ook, binnen het kader van toegankelijke informatie, die informatie waarvan de verspreiding (hoewel voorzien op een later tijdstip) verboden is door de regels inzake het recht op inzage, omdat deze wordt onthuld aan personen die niet gerechtigd zijn tot het recht of zonder inachtneming van de voorgeschreven procedures. (Feiten waarbij het Hof het bestaan van het misdrijf heeft uitgesloten met betrekking tot de informatie die door medewerkers van ziekenhuismortuaria aan beheerders van uitvaartondernemingen is onthuld, betreffende overlijdensgevallen, de identiteit van de overledenen en de wijze van opsporing van hun familieleden, aangezien deze niet onder het ambtsgeheim vielen).
De uitspraak is gebaseerd op fundamentele normen zoals artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, dat de openbaarmaking van ambtsgeheimen regelt, en op Wet 241/1990, die het recht op inzage in administratieve documenten regelt. Het is essentieel te begrijpen dat niet alle toegankelijke informatie automatisch openbaar mag worden gemaakt. Het Hof heeft verduidelijkt dat ook toegankelijke informatie met de nodige voorzichtigheid en met inachtneming van de inzagerelgelingen moet worden behandeld.
Uitspraak nr. 35779 van 2023 vertegenwoordigt een belangrijke stap in de definitie van de grenzen van de geheimhoudingsplicht in ambtelijke relaties. Het erkennen van het belang van vertrouwelijkheid en de naleving van de regels inzake het recht op inzage is cruciaal voor het waarborgen van transparantie en legaliteit in openbare besturen. Deze zaak benadrukt de noodzaak voor ambtenaren en personen die met gevoelige informatie werken om met verantwoordelijkheid en voorzichtigheid te handelen, om juridische gevolgen te vermijden en het vertrouwen van het publiek te behouden.