Arrest nr. 35896 van 3 mei 2023, gedeponeerd op 29 augustus van hetzelfde jaar, vormt een belangrijk referentiepunt in de Italiaanse jurisprudentie met betrekking tot het onmiddellijke geding en het verkorte geding. In het bijzonder heeft het Hof van Cassatie enkele kritieke aspecten verduidelijkt met betrekking tot de onbruikbaarheid van onderzoeksacten die zijn uitgevoerd na de uitgifte van het bevel tot onmiddellijk geding. Deze kwesties zijn van fundamenteel belang voor het begrijpen van de rechten van de verdachte en de procedurele dynamiek die het Italiaanse rechtssysteem kenmerken.
Het Hof heeft een zaak onderzocht waarin, na het verzoek om een onmiddellijk geding, verdere onderzoeksacten zijn uitgevoerd. De beslissing van het Hof heeft bepaald dat dergelijke acten onderworpen zijn aan relatieve onbruikbaarheid, tenzij dit wordt betwist vóór de toelating tot het verkorte geding. Dit punt is cruciaal voor advocaten en verdachten, aangezien het een actieve rol van de verdachte zelf vereist.
Met de uitspraak
Onmiddellijk geding - Verzoek tot afhandeling via verkort geding – Onderzoeksacten uitgevoerd na de uitgifte van het bevel tot onmiddellijk geding – Relatieve onbruikbaarheid – Redenen – Sanering – Voorwaarden. Inzake een verkort geding dat is ingesteld na een verzoek om een onmiddellijk geding, zijn de onderzoeksacten die door het openbaar ministerie zijn uitgevoerd na de uitgifte van het bevel tot onmiddellijk geding, en die het bewijsmateriaal waarop het verzoek om een verkort geding is gebaseerd, wijzigen, onderworpen aan relatieve onbruikbaarheid, die gesaneerd wordt indien deze niet vóór de toelating tot het verkorte geding wordt aangevoerd. (In de motivering heeft het Hof gepreciseerd dat het de verantwoordelijkheid van de verdachte is om in de zitting die is vastgesteld voor de speciale procedure, de verwijdering te eisen van de aanvullende onderzoeksacten die zijn ontstaan na het moment waarop het verzoek tot verkort geding is ingediend, aangezien hij niet bevoegd is om een verzoek tot intrekking van het verzoek tot toelating tot die procedure in te dienen).heeft het Hof een duidelijk kader geschetst: de verdachte moet proactief zijn in het beschermen van zijn rechten, door de verwijdering te eisen van acten die zijn positie kunnen schaden. Dit aspect benadrukt het belang van een goed gearticuleerde en tijdige verdedigingsstrategie.
Arrest nr. 35896 van 2023 vertegenwoordigt een belangrijke verduidelijking in het Italiaanse juridische landschap met betrekking tot het onmiddellijke en verkorte geding. Het benadrukt niet alleen de procedurele dynamiek, maar ook het belang van de aandacht van advocaten en verdachten bij het beheren van het bewijsmateriaal. Het kennen van de eigen verantwoordelijkheden en procedurele rechten is essentieel voor een effectieve verdediging, en het Hof heeft in dit opzicht waardevolle aanwijzingen gegeven. In een voortdurend evoluerende juridische context kan de juiste interpretatie en toepassing van de regels het verschil maken tussen een eerlijk en een oneerlijk proces.