Warning: Undefined array key "nl" in /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php on line 42

Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php:42) in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 61
Vasthouding van vreemdelingen en recht op verdediging: analyse van het arrest Hof van Cassatie nr. 16440/2025 | Advocatenkantoor Bianucci

Vastzetting van vreemdelingen en het recht op verdediging: analyse van de Cassatie n. 16440/2025

Met de beslissing nr. 16440 van 28 april 2025 (gedeponeerd op 30 april 2025) definieert het Hof van Cassatie opnieuw de grenzen van de waarborgen die zijn toegekend aan de 'vreemde' vreemdeling die onderworpen is aan administratieve detentie. De beslissing is gebaseerd op de nieuwe structuur die is ingevoerd door wetsdecreet 145/2024, omgezet in wet 187/2024, die de termijnen en vormen van rechterlijke controle op de door de Questor bevolen aanhouding in immigratiezaken heeft herzien.

Het normatieve kader van administratieve detentie

Artikel 14 van wetsdecreet 286/1998, zoals gewijzigd, staat de vrijheidsberoving van een vreemdeling zonder verblijfstitel toe voor een maximum van achttien maanden. De Grondwet (artikel 13) en artikel 5 EVRM vereisen echter dat elke beperking tijdig wordt bekrachtigd door een rechterlijke instantie en dat de betrokkene de redenen voor de maatregel begrijpt en zich effectief kan verdedigen. Wetsdecreet 145/2024 heeft de procedure beïnvloed door kortere termijnen voor bekrachtiging in te voeren en het moment van de zitting voor de vrederechter te versterken.

De beginselen die door de Cassatie zijn vastgesteld met arrest nr. 16440/2025

Inzake de administratieve detentie van vreemdelingen in het procesrechtelijke regime dat voortvloeit uit wetsdecreet 11 oktober 2024, nr. 145, omgezet met wijzigingen door wet 9 december 2024, nr. 187, wordt het recht op verdediging van de vreemde persoon gewaarborgd door de bijstand, tijdens de bekrachtigingszitting, van een tolk die de redenen vertaalt die hebben geleid tot de uitvaardiging van de maatregel van de Questor tegen hem, evenals door de ook mondelinge vertaling van de inhoud en de uitkomst van de bovengenoemde zitting.

Het Hof bevestigt de oriëntatie van de Verenigde Afdelingen (nr. 15069/2024) en identificeert derhalve twee essentiële vereisten:

  • de tolk moet aanwezig zijn op de bekrachtigingszitting;
  • de vertaling mag ook alleen mondeling zijn, mits deze volledig, duidelijk en onmiddellijk is.

Hieruit volgt dat de voorafgaande overhandiging van een schriftelijke vertaling van het besluit van de Questor niet noodzakelijk is, op voorwaarde dat de vreemdeling de mogelijkheid heeft om de inhoud van het document in realtime te begrijpen en met zijn advocaat te communiceren. Het Hooggerechtshof verwijst uitdrukkelijk naar artikel 143 van het Wetboek van Strafvordering en breidt een reeds gevestigd beginsel op strafrechtelijk gebied uit naar het administratieve domein: adequate taalkundige bijstand is voldoende wanneer deze de concrete uitoefening van het recht op verdediging mogelijk maakt.

Praktische implicaties voor advocaten en politie

De beslissing verduidelijkt enkele operationele twijfels die na de hervorming van 2024 zijn ontstaan:

  • degenen die de notulen opstellen, zijn niet verplicht schriftelijke vertalingen te verstrekken, wat tijd en kosten bespaart;
  • de advocaat kan de nietigheid van de bekrachtiging alleen inroepen door aan te tonen dat de mondelinge vertaling gebrekkig of onvolledig was;
  • politieautoriteiten moeten de beschikbaarheid van gekwalificeerde tolken garanderen, bij gebreke waarvan de vreemdeling mogelijk wordt vrijgelaten.

Relevant is de verwijzing naar artikel 24 van de Grondwet: de adequaatheid van de taalkundige bijstand wordt concreet, geval per geval, beoordeeld volgens de standaard van 'effectiviteit' zoals vastgesteld door het EHRM (zie L.M. c. Italië, 2013). De vrederechter zal derhalve in het proces-verbaal moeten vermelden dat de vreemdeling heeft verklaard de inhoud van de vertaling te hebben begrepen.

Conclusies

Arrest nr. 16440/2025 is van groot belang in de dialoog tussen de strengheid van het migratiebeleid en de bescherming van fundamentele rechten. Hoewel het geen verplichting tot schriftelijke vertaling introduceert, verheft het Hof het moment van de bekrachtigingszitting tot het middelpunt van de verdedigingsgaranties. De betrokkenen zullen ervoor moeten zorgen dat de aanwezigheid van de tolk niet louter formeel is: zijn vertaling moet de vreemdeling in staat stellen de maatregel volledig te begrijpen en, indien nodig, deze volgens de wet aan te vechten.

Advocatenkantoor Bianucci