Arrest nr. 40304 van 17 september 2024, uitgesproken door het Hof van Cassatie, vertegenwoordigt een belangrijke stap voorwaarts in de jurisprudentie betreffende de misdrijven van belageringshandelingen. Deze uitspraak verduidelijkt een fundamenteel aspect: de ambtshalve vervolging in het geval dat de dader een waarschuwing van de politiecommissaris heeft ontvangen, is niet afhankelijk van de ouderdom van die maatregel.
De relevante wetgeving op dit gebied is artikel 612 bis van het Wetboek van Strafrecht, dat belageringshandelingen bestraft, en het Decreet van 23 februari 2009, nr. 11, omgezet in wet nr. 38 van 23 april 2009. Artikel 8 van dit decreet bepaalt dat, in het geval van een waarschuwing, de autoriteiten ambtshalve moeten optreden bij belageringshandelingen, ongeacht de tijd die is verstreken sinds de maatregel.
Belageringshandelingen - Ambtshalve vervolging in geval van waarschuwing van de politiecommissaris - Relevantie van de tijd die is verstreken sinds de maatregel - Uitsluiting. Wat betreft belageringshandelingen, is voor de ambtshalve vervolging in het geval dat de dader een waarschuwing heeft ontvangen krachtens art. 8 d.l. 23 februari 2009, nr. 11, omgezet in wet 23 april 2009 nr. 38, de ouderdom van de maatregel van de politiecommissaris niet relevant.
Dit door het Hof vastgestelde beginsel heeft twee belangrijke implicaties. Ten eerste wordt de bescherming van slachtoffers van belageringshandelingen versterkt, die kunnen rekenen op een tijdige tussenkomst van de autoriteiten, ongeacht de tijd die is verstreken sinds de waarschuwing. Ten tweede wordt verduidelijkt dat de belageringsgedragingen niet gerechtvaardigd kunnen worden door het verstrijken van een waarschuwing, aangezien de wet de vrijheid en de rust van personen beschermt.
Arrest nr. 40304 sluit aan bij eerdere jurisprudentie, zoals arrest nr. 34474 van 2021 en nr. 17350 van 2020, die reeds soortgelijke kwesties hebben behandeld en de noodzaak van onmiddellijke tussenkomst bij belageringshandelingen hebben bevestigd.
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 40304 van 2024 een belangrijke bevestiging van de wet tegen belageringshandelingen, waarbij wordt benadrukt dat de bescherming van slachtoffers prioriteit moet hebben. De autoriteiten worden opgeroepen om ambtshalve in te grijpen, zonder rekening te houden met de tijd die is verstreken sinds de maatregel van de politiecommissaris, en zo een effectieve bescherming van de individuele vrijheid te waarborgen. Deze aanpak strookt niet alleen met de nationale wetgeving, maar sluit ook aan bij de beginselen van bescherming van mensenrechten die op Europees niveau zijn vastgelegd.