De recente uitspraak nr. 13157 van 6 april 2022 van het Hof van Cassatie behandelde een zaak van gezinsvernedering, specifiek in een schoolse context. In deze zaak werden drie leraren veroordeeld voor het mishandelen van hun leerlingen, wat fundamentele kwesties aan het licht bracht met betrekking tot de verantwoordelijkheid van opvoeders en de bescherming van minderjarigen.
Het proces vloeit voort uit het ontoelaatbare gedrag van drie leraren die, tussen februari en mei 2016, hun bevoegdheden misbruikten en kinderen tussen de drie en vijf jaar oud mishandelden. Getuigenissen en bewijsmateriaal, waaronder video-opnamen, toonden gevallen van fysiek en psychologisch geweld, zoals bedreigingen, slagen en publieke vernederingen. Het Hof van Beroep van Turijn bevestigde de veroordeling en oordeelde dat het gedrag van de leraren niet alleen ontoelaatbaar was, maar ook een systematisch gedrag van mishandeling vertegenwoordigde.
Het Hof stelde dat het systematisch gebruik van geweld, zelfs indien gerechtvaardigd door opvoedkundige intenties, niet kan worden beschouwd als misbruik van correctiemiddelen, maar de elementen van het misdrijf mishandeling omvat.
Bij het afwijzen van de beroepen van de beklaagden benadrukte het Hof van Cassatie twee belangrijke punten:
Het Hof verduidelijkte dat de juridische herkwalificatie van de feiten het beginsel van correlatie tussen aanklacht en uitspraak niet schond, aangezien de beklaagden in de gelegenheid waren gesteld zich adequaat te verdedigen. Van fundamenteel belang was de verwijzing naar het recht op verdediging, beschermd door artikel 6 van het EVRM, dat in het specifieke geval niet werd aangetast.
Deze uitspraak heeft belangrijke juridische en sociale implicaties, waarbij de noodzaak wordt benadrukt om minderjarigen in educatieve contexten te beschermen. Het Hof herhaalde dat het gebruik van geweld, zelfs met opvoedkundige intenties, onaanvaardbaar is en dat instellingen een veilige omgeving voor alle leerlingen moeten garanderen. De uitspraak sluit aan bij de Europese jurisprudentie die de bescherming van de rechten van minderjarigen centraal stelt en een strikte monitoring van onderwijspraktijken vereist.
Concluderend vertegenwoordigt de uitspraak van het Hof van Cassatie nr. 13157 van 2022 een krachtig signaal tegen mishandeling in het onderwijs. Het veroordeelt niet alleen onaanvaardbaar gedrag, maar biedt ook richtlijnen voor hoe instellingen moeten opereren om de veiligheid van minderjarigen te waarborgen. Families en de samenleving in het algemeen moeten waakzaam zijn en geïnformeerd worden over de rechten van kinderen en het belang van gezonde en respectvolle educatieve omgevingen.