De recente uitspraak van de Cassatierechter nr. 21860 van 31 mei 2024 biedt een belangrijke reflectie op een altijd actueel thema in het strafrecht: faillissementsfraude. De Rechtbank heeft de verantwoordelijkheid van A.A., bestuurder van Geiwatt Srl, bevestigd voor het verduisteren van goederen en middelen van de vennootschap, wat ernstige schade voor de schuldeisers heeft veroorzaakt. Dit artikel beoogt de belangrijkste punten van de beslissing, de juridische implicaties en de mogelijke gevolgen voor bedrijfsbestuurders te analyseren.
De betreffende uitspraak valt binnen de context van faillissementsfraude door verduistering, waarbij A.A. werd beschuldigd van het gebruik van het vermogen van Geiwatt Srl voor doeleinden die vreemd waren aan haar activiteiten, waardoor de schuldenpositie van de vennootschap werd verergerd. Het Hof van Beroep van Ancona had reeds de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de beklaagde vastgesteld, wat door de Cassatierechter werd bevestigd.
De strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor faillissementsfraude ontstaat niet alleen bij daadwerkelijke schade, maar ook bij het gevaar dat de transactie voor de schuldeisers met zich meebrengt.
De Rechtbank heeft verduidelijkt dat faillissementsfraude geen causaal verband vereist tussen de verduisterende gedragingen en het faillissement, maar gebaseerd is op het gevaar voor de schuldeisers. De significante overschatting van de betrokken waarden, die tot een verduisterende gedraging heeft geleid, werd benadrukt. Bovendien heeft de Rechtbank aangegeven dat het subjectieve element van opzet aanwezig is, zelfs wanneer de bestuurder handelt met de intentie om de onderneming te 'redden', en benadrukt dat de wetenschap van het risico voor de schuldeisers volstaat om het misdrijf te definiëren.
De uitspraak nr. 21860/2024 van de Cassatierechter vertegenwoordigt een belangrijke bevestiging van de jurisprudentiële lijn met betrekking tot faillissementsfraude. Bestuurders moeten zich ervan bewust zijn dat zelfs ogenschijnlijk legitieme transacties ernstige strafrechtelijke verantwoordelijkheden met zich mee kunnen brengen als ze niet worden uitgevoerd in het belang van de vennootschap en de schuldeisers. Het is cruciaal voor degenen die een bedrijf leiden om altijd een transparant en regelgevend gedrag te handhaven om strafrechtelijke gevolgen te vermijden.