Het recente arrest nr. 38368 van 4 juli 2023 van het Hof van Cassatie heeft de aandacht gevestigd op een cruciaal aspect van het strafrecht betreffende het delict van invoer van verdovende middelen. In het bijzonder heeft het Hof verduidelijkt wanneer dit misdrijf is voltooid, door te stellen dat de totstandkoming van de overeenkomst tussen de partijen volstaat, zonder dat de materiële levering van de stof noodzakelijk is. Deze uitspraak biedt interessante inzichten om het onderwerp en de daaraan verbonden juridische implicaties verder te onderzoeken.
Het Hof heeft bevestigd dat het delict van invoer van verdovende middelen voltooid is op het moment van de totstandkoming van de overeenkomst tussen de verkoper en de koper, welke de essentiële elementen zoals hoeveelheid, kwaliteit en prijs van de stof moet bevatten. Dit betekent dat zelfs als de drugs niet daadwerkelijk worden geleverd, het misdrijf als voltooid wordt beschouwd. De beslissing is gebaseerd op de interpretatie van artikel 73 van het DPR 309/1990, dat de bepalingen inzake verdovende middelen regelt.
Delict van invoer van verdovende middelen - Moment van voltooiing - Totstandkoming van de overeenkomst - Voldoende - Verkrijging van materiële detentie van de stof - Noodzakelijk - Uitsluiting - Feiten. Het delict van invoer van verdovende middelen is voltooid met de totstandkoming van de overeenkomst tussen de partijen over het object en de verkoopvoorwaarden van de stof (hoeveelheid, kwaliteit en prijs), zonder dat de levering aan de koper noodzakelijk is. (Ter toepassing van het beginsel heeft het Hof de beslissing, die het delict in kwestie als voltooid en niet als poging beschouwde met enkel de verzending door de koper van een koerier voor de afhaling van de verdovende middelen in het buitenland, in overeenstemming met de telefonisch bereikte overeenkomsten met de leverancier, waaraan geen materiële levering van de drugs volgde, vrij van kritiek geoordeeld).
Dit arrest heeft belangrijke implicaties voor juristen en betrokkenen bij drugszaken. Het feit dat het Hof de totstandkoming van de overeenkomst als voldoende beschouwt om het misdrijf als voltooid te beschouwen, zonder dat levering noodzakelijk is, verandert de aanpak van onderzoeken en het bewijs dat nodig is om drugsmisdrijven te vervolgen radicaal. Politie en openbaar ministerie zullen zich nu meer moeten richten op het verzamelen van bewijs met betrekking tot de overeenkomsten, in plaats van op het bewijs van de materiële levering van de stof.
Arrest nr. 38368 van 2023 vertegenwoordigt een belangrijk referentiepunt in het juridische landschap betreffende het delict van invoer van verdovende middelen. Het verduidelijkt dat het misdrijf als voltooid wordt beschouwd met de enkele totstandkoming van een overeenkomst, wat de strafrechtelijke verantwoordelijkheid versterkt van degenen die deelnemen aan dergelijke illegale activiteiten. Voor juristen is het van fundamenteel belang om dit beginsel in overweging te nemen bij het voorbereiden van verdedigingen en het beheren van drugszaken, aangezien de aard van het misdrijf evolueert met de jurisprudentie.