Arrestatiebevel nr. 16929 van 1 februari 2023, gedeponeerd op 20 april 2023, biedt een belangrijke reflectie op de documentatieplicht in het kader van vooronderzoeken, met name met betrekking tot de activiteiten van de gerechtelijke politie. Dit onderwerp is cruciaal omdat het direct de fundamentele vrijheden van burgers en de legitimiteit van onderzoeksoperaties betreft. Het Hof van Cassatie, voorgezeten door C. Z., met rapporteur R. C., heeft significante aspecten verduidelijkt met betrekking tot de opstelling van akten en de gevolgen van eventuele tekortkomingen.
Het arrest benadrukt hoe artikel 357 van het Wetboek van Strafvordering de plicht tot het opstellen van akten vastlegt, zowel voor typische als voor atypische operaties uitgevoerd door de gerechtelijke politie. Deze akten zijn niet alleen essentieel om de transparantie van onderzoeken te waarborgen, maar ook om de rechten en vrijheden van de betrokkenen te beschermen. Het Hof heeft benadrukt dat de documentatie binnen een redelijke termijn moet plaatsvinden, maar heeft geen nietigheid van de akten voorzien in geval van late opstelling, mits dit zonder dwingende termijnen gebeurt.
DOCUMENTATIE VAN ACTIVITEITEN - Dringende vaststellingen - Documentatieplicht - Redenen - Late opstelling - Gevolgen - Onbruikbaarheid - Uitsluiting. De plicht tot het opstellen van de akten bedoeld in art. 357 van het Wetboek van Strafvordering - die van toepassing is op zowel de typische dringende operaties en vaststellingen, uitgevoerd na de aanvaarding van de leiding van het onderzoek door het openbaar ministerie, als op de atypische, uitgevoerd door de gerechtelijke politie buiten de opdrachten van het gerechtelijk gezag, aangezien dit activiteiten zijn die, door in te grijpen in fundamentele vrijheden, zoals de privacy en de bescherming van persoonsgegevens, de noodzakelijke toetsing van de legitimiteit vereisen - is niet voorzien op straffe van onbruikbaarheid, aangezien de documentatieactiviteit, bij gebreke van een dwingende termijn, ook achteraf kan plaatsvinden.
Deze beslissing van het Hof van Cassatie heeft belangrijke praktische gevolgen voor vooronderzoeken. In het bijzonder:
Het arrest maakt deel uit van een bredere context van bescherming van fundamentele rechten en vrijheden, zoals voorzien in de Europese en Italiaanse wetgeving. Het Constitutionele Hof heeft op zijn beurt soortgelijke kwesties behandeld, waarbij het belang van het waarborgen van een eerlijk proces en de bescherming van persoonsgegevens werd benadrukt.
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 16929 van 2023 een stap voorwaarts in de definitie van de regels die de activiteiten van de gerechtelijke politie regelen. Het herbevestigt het belang van documentatie als een waarborginstrument voor de rechten van burgers en verduidelijkt de gevolgen van de eventuele late opstelling ervan. Voor juridische professionals is het essentieel om deze aanwijzingen te begrijpen en toe te passen om de legitimiteit van onderzoeken en de bescherming van persoonsgegevens in strafzaken te waarborgen.