Op 21 november 2023 heeft het Hof van Cassatie de beschikking nr. 32290 openbaar gemaakt, die delicate kwesties behandelt met betrekking tot de toeverwijzing van minderjarigen en het recht op gehoor van kinderen in situaties van scheiding tussen ouders. De beslissing past in een complexe juridische context en benadrukt het belang van het beginsel van het "belang van het kind" en de methoden voor bewijswaardering in dergelijke gevoelige contexten.
In de onderhavige zaak heeft de vader van de minderjarige C.C. en D.D. beroep ingesteld tegen de beslissing van het Hof van Beroep van Triëst, dat het verzoek tot exclusieve voogdij over de kinderen had afgewezen en in plaats daarvan de gedeelde voogdij had bevestigd. Onder de beroepsgronden betwistte de vader de beslissing om de minderjarigen niet rechtstreeks te horen, stellende dat zij een leeftijd hadden bereikt waarop zij hun mening konden uiten. Het Hof verwees echter naar de bepaling van art. 315 bis BW, waarbij werd benadrukt dat het horen van minderjarigen geen automatische handeling is, maar geval per geval moet worden beoordeeld.
Het Hof van Cassatie heeft herhaald dat het horen van een minderjarige alleen mag plaatsvinden indien deze in staat is te onderscheiden en indien zijn gehoor geen nadeel berokkent.
Het Hof van Cassatie heeft verwezen naar verschillende juridische beginselen en nationale normen, waaronder art. 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens, dat het recht op familieleven beschermt. Bovendien heeft het Hof verduidelijkt dat de tussenkomst van de rechter altijd gericht moet zijn op het waarborgen van het belang van het kind, zelfs in geval van conflicten tussen ouders. Het is essentieel dat beslissingen gebaseerd zijn op concrete bewijzen en diepgaande evaluaties, waarbij oppervlakkige interpretaties van familiesituaties worden vermeden.
Tot de hoogtepunten van het arrest behoren:
Arrest nr. 32290/2023 van het Hof van Cassatie vertegenwoordigt een belangrijke stap in de bescherming van de rechten van minderjarigen in het kader van scheidingen. Het benadrukt het belang van een juridische benadering die niet alleen minderjarigen beschermt, maar ook de rechten en verantwoordelijkheden van ouders respecteert. Het respect voor het recht op gehoor moet worden afgewogen tegen de noodzaak om minderjarigen te beschermen tegen potentieel schadelijke situaties, waarbij de complexiteit van familiedynamiek en de noodzaak van een nauwkeurige en goed gemotiveerde rechterlijke tussenkomst worden benadrukt.