Arrest nr. 17029 van 2022 van het Hof van Cassatie vertegenwoordigt een belangrijke reflectie op het misdrijf van woeker en medeplichtigheid, waarbij de verantwoordelijkheden worden benadrukt van degenen die, hoewel niet de hoofddaders van het misdrijf, later tussenkomen om een woekerende schuld te innen. In het bijzonder wordt benadrukt hoe de incasseerder schuldig kan worden bevonden aan woeker, zelfs als zijn tussenkomst plaatsvindt na de totstandkoming van de woekerovereenkomst.
De maximale van het arrest luidt:
Medeplichtigheid bij het misdrijf - Tussenkomst van de incasseerder - Configuratie - Redenen. Antwoordt op het misdrijf van woeker in medeplichtigheid wie, op een later tijdstip na de totstandkoming van de woekerovereenkomst, na de opdracht te hebben ontvangen om de schuld te innen, de betaling ervan verkrijgt, aangezien het gaat om een misdrijf met gefractioneerd gedrag of voortdurende consumptie.
Deze verklaring verduidelijkt dat de strafrechtelijke verantwoordelijkheid niet beperkt is tot de personen die de woekerovereenkomst hebben gesloten, maar zich ook uitstrekt tot degenen die, met een latere rol, bijdragen aan de inning van een reeds woekerende schuld. Dit impliceert een uitbreiding van het concept van schuld in de sfeer van woeker, waardoor de tussenkomst van de incasseerder als een integraal onderdeel van het misdrijf wordt beschouwd.
Het arrest verwijst naar artikel 110 van het Wetboek van Strafrecht, dat handelt over medeplichtigheid bij misdrijven, en naar artikel 644, dat woeker regelt. Deze artikelen vormen de basis voor een breder begrip van strafrechtelijke verantwoordelijkheid, met name in contexten waarin het misdrijf complex is en meerdere actoren betrekt.
Arrest nr. 17029 van 2022 biedt significante inzichten voor het begrip van het misdrijf van woeker en de verantwoordelijkheden die gepaard gaan met medeplichtigheid. De tussenkomst van de incasseerder, verre van een neutrale handeling te zijn, kan ernstige juridische gevolgen hebben. Het is daarom van fundamenteel belang dat degenen die werkzaam zijn in de incassosector zich bewust zijn van de strafrechtelijke implicaties van hun acties, om te voorkomen dat ze zich schuldig maken aan misdrijven die, hoe indirect ook, hun juridische en professionele positie kunnen schaden.