Het recente besluit nr. 21817 van 2 augustus 2024 van het Hof van Cassatie biedt belangrijke verduidelijkingen inzake de territoriale bevoegdheid in zaken betreffende geldelijke schulden van publieke bestuursorganen. In het bijzonder heeft het Hof bepaald dat het criterium voor het vaststellen van het forum niet kan worden toegepast volgens artikel 1182 van het Burgerlijk Wetboek, maar de regels van het openbaar rekeningenrecht moet volgen. Deze beslissing is niet alleen relevant voor juristen die zich bezighouden met geschillen tegen de overheid, maar ook voor burgers die hun rechten willen doen gelden.
Het Hof heeft gespecificeerd dat, in zaken betreffende geldelijke schulden van publieke bestuursorganen, het
forum destinatae solutionis niet wordt bepaald door de toepassing van art. 1182 BW, maar op basis van de regels van het openbaar rekeningenrecht (art. 54 koninklijk besluit nr. 2440 van 1923 en art. 278, letter d, 287 en 407 koninklijk besluit nr. 827 van 1924), met als gevolg dat de rechter van het grondgebied bevoegd is van de plaats waar de schatkistdienst die de betaling moet uitvoeren gevestigd is, wat de provincie is waar de schuldeiser woonachtig is, tenzij het betrokken bestuursorgaan een enkele referentie schatkist heeft.Deze positie wijkt af van eerdere jurisprudentiële oriëntaties, die de neiging hadden om te verwijzen naar het Burgerlijk Wetboek om de bevoegdheid vast te stellen.
De keuze om de regels van het openbaar rekeningenrecht toe te passen om de territoriale bevoegdheid te bepalen, heeft verschillende implicaties, waaronder:
Concluderend vertegenwoordigt besluit nr. 21817 van 2024 een belangrijke stap in de richting van de definitie van de territoriale bevoegdheid in zaken tegen publieke bestuursorganen. Deze beslissing verduidelijkt niet alleen de wijze van toepassing van de regels van het openbaar rekeningenrecht, maar biedt ook een belangrijke gelegenheid tot reflectie voor advocaten en burgers over de rechten en de toegang tot justitie. Het blijft echter van fundamenteel belang om te volgen hoe deze jurisprudentie zich in de komende jaren zal ontwikkelen en welke impact deze zal hebben op administratieve geschillen.