Arrest nr. 32098 van 5 juli 2024 van het Hof van Cassatie, gedeponeerd op 6 augustus 2024, biedt belangrijke inzichten in de onregelmatige instelling van de directe dagvaarding voor misdrijven waarvoor deze procedure niet is toegestaan. In het bijzonder verduidelijkt het geanalyseerde besluit hoe de verklaring van nietigheid niet noodzakelijkerwijs leidt tot de schorsing van de procedure, maar kan worden gevolgd door de teruggave van de stukken aan het openbaar ministerie, waardoor de hervatting van de gewone procedure mogelijk wordt.
De directe dagvaarding is een vereenvoudigde strafprocedure die een snelle berechting van ernstige misdrijven mogelijk maakt, maar niet alle misdrijven kunnen via deze procedure worden behandeld. Artikel 12-bis van wetsbesluit nr. 306/1992 stelt de grenzen vast waarbinnen deze procedure kan worden toegepast. In het door het Hof onderzochte geval betrof het een misdrijf van zwaar letsel, verergerd door het gebruik van een ijzeren staaf, waarvoor de rechter de toepassing van de directe dagvaarding als ontoelaatbaar achtte.
Onregelmatige instelling van de directe dagvaarding voor een misdrijf waarvoor deze procedure niet is toegestaan - Verklaring van nietigheid - Teruggave van de stukken aan het openbaar ministerie - Abnormale aard - Uitsluiting - Redenen - Specifiek geval. Het besluit waarbij de rechter, na de nietigheid van de directe dagvaarding te hebben verklaard voor een misdrijf waarvoor deze procedure niet is toegestaan, conform artikel 12-bis van wetsbesluit nr. 306 van 1992, de teruggave van de stukken aan het openbaar ministerie beveelt, is niet abnormaal, aangezien de procedure kan worden hervat door de gewone procedure te starten, zonder dat er enige stagnatie van de procedure zelf optreedt. (Specifiek geval betreffende zwaar letsel verergerd door het gebruik van een ijzeren staaf, waarbij het Hof benadrukte dat de notie van "misdrijven betreffende wapens en explosieven", waarvoor de directe dagvaarding is voorzien, alleen betrekking heeft op die welke rechtstreeks verband houden met activiteiten - zoals bezit, dragen, vervoer, import - met wapens als object, en niet ook op die waarbij het wapen louter als omstandigheidsfeit geldt).
Deze maxime benadrukt hoe het Hof het besluit tot nietigheid niet als abnormaal beschouwt, aangezien de voortzetting van de procedure wordt gewaarborgd door de mogelijkheid om de gewone procedure te starten. Dit vertegenwoordigt een belangrijke verduidelijking van de werking van strafprocedures en de interpretatie van de geldende wetgeving.
Concluderend verduidelijkt arrest nr. 32098 van 2024 belangrijke aspecten met betrekking tot de directe dagvaarding en de toepassing ervan in relatie tot bepaalde misdrijven. Het Hof heeft herhaald dat de nietigheid van het besluit geen onderbreking van het proces inhoudt, maar eerder een mogelijkheid tot hervatting via de gewone procedure. Deze aanpak zorgt voor een grotere vloeibaarheid in het strafrechtelijk systeem, vermijdt ongerechtvaardigde pauzes in de procedure en garandeert dat rechtvaardigheid effectief en tijdig kan worden verleend.