Uitspraak nr. 22007 van 5 augustus 2024 biedt belangrijke inzichten voor het begrijpen van de dynamiek van de zogenaamde "Fornero-procedure" op het gebied van arbeid en sociale zekerheid. In het bijzonder richt het zich op de kwestie van de ingangsdatum van de termijn van dertig dagen voor verzet door de gedaagde partij, die in verstek is verklaard. Dit aspect is cruciaal om een evenwicht te waarborgen tussen het recht op verdediging en de stabiliteit van gerechtelijke beslissingen.
De Fornero-procedure, geregeld bij Wet nr. 92 van 2012, is een vereenvoudigde procedure die gericht is op een snelle oplossing van arbeidsgeschillen. In het onderhavige geval heeft het Hof van Beroep van Florence een fundamenteel beginsel bevestigd: in geval van verstek van de gedaagde, begint de termijn voor verzet te lopen vanaf de betekening van de integrale beschikking afgegeven door de eiser.
Fornero-procedure - Verstek van de gedaagde - Termijn van dertig dagen voor verzet ex art. 1, lid 51, van wet nr. 92 van 2012, ratione temporis van toepassing - Ingangsdatum - Grondslag. In de zgn. "Fornero-procedure", indien de gedaagde partij in rechte in verstek is verklaard, begint de termijn van dertig dagen voor het instellen van verzet te lopen vanaf de datum van betekening, door toedoen van de eiser, van de integrale beschikking afgegeven krachtens art. 1, lid 49, van wet nr. 92 van 2012, aangezien art. 1, lid 51, van de genoemde wet, ratione temporis van toepassing, systematisch moet worden geïnterpreteerd in het licht van het beginsel uitgedrukt in art. 643, lid 2, c.p.c., ter afweging van het recht op verdediging van de gedaagde met dat op de stabiliteit van de beslissing verkregen door de partij die zich rechtmatig heeft gemeld en de tegenspraak op deugdelijke wijze heeft ingesteld.
Het Hof benadrukte hoe art. 1, lid 51, van Wet nr. 92 van 2012 systematisch moet worden geïnterpreteerd. Dit betekent dat, hoewel het recht op verdediging van de gedaagde wordt erkend, het ook essentieel is om de stabiliteit van de beslissingen te waarborgen die zijn verkregen door de partij die de tegenspraak heeft ingesteld. Artikel 643, lid 2, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering onderstreept het belang van een evenwicht tussen deze twee behoeften.
Samenvattend heeft het Hof bepaald dat:
Uitspraak nr. 22007 van 2024 vertegenwoordigt een belangrijke verduidelijking van de wijze van ingangsdatum van de termijnen in de Fornero-procedure, waarbij het belang van een evenwicht tussen het recht op verdediging en juridische stabiliteit wordt benadrukt. Voor juridische professionals en burgers is het van fundamenteel belang om deze dynamiek te begrijpen om hun rechten effectief te beschermen. De jurisprudentie blijft evolueren, en elke uitspraak biedt nieuwe inzichten voor reflectie en praktische toepassing.