Binnen het civiele recht is de kwestie van de rechterlijke bevoegdheid en de proceskosten van fundamenteel belang. Arrest nr. 23253 van 28 augustus 2024, uitgesproken door het Hof van Cassatie, biedt belangrijke verduidelijkingen over hoe te handelen in geval van geschillen met betrekking tot bevoegdheid en kosten, en stelt duidelijke beginselen vast met betrekking tot het aanvechten van beslissingen van de rechter die zich onbevoegd heeft verklaard.
Het onderhavige arrest verwijst naar een zaak waarin de partijen, P. (V. G.) en C. (G. P.), het oneens waren over de bevoegdheid van de rechter en de proceskosten. Het Hof van Cassatie heeft herhaald dat een uitspraak die beperkt is tot deze kwesties een specifieke aanvechting vereist. In het bijzonder heeft de rechter bepaald dat de in het ongelijk gestelde partij alleen het deel betreffende de kosten kan aanvechten, terwijl de in het gelijk gestelde partij dit kan doen om de onjuistheid van de beslissing inzake de kosten te betwisten.
Uitspraak beperkt tot de beslissing over bevoegdheid en kosten - Aanvechting, door de partij die in het ongelijk is gesteld inzake de bevoegdheidskwestie, van enkel het deel betreffende de kosten - Aanvechting van hetzelfde deel door de partij die in het gelijk is gesteld inzake de bevoegdheidskwestie - Toepassing van de gewone rechtsmiddelen voorzien voor uitspraken van de rechter die zich onbevoegd heeft verklaard - Noodzakelijkheid. Het arrest dat enkel heeft beslist over de bevoegdheid en de proceskosten moet worden aangevochten met het gewone rechtsmiddel voorzien tegen uitspraken van de rechter die zich onbevoegd heeft verklaard, zowel in het geval waarin de partij die in het ongelijk is gesteld inzake de bevoegdheidskwestie uitsluitend het deel betreffende de proceskosten wil aanvechten – aangezien de aanvechting toelaatbaar is omdat, hoewel artikel 42 van het burgerlijk wetboek een andere aanvechting dan de bevoegdheidsregeling lijkt uit te sluiten, in dit geval het vereiste voor de toepassing van dit middel ontbreekt – als in het geval waarin de partij die in het gelijk is gesteld inzake die kwestie de onjuistheid van de beslissing inzake de kosten aanvoert.
Deze uitspraak heeft verschillende praktische gevolgen voor partijen die betrokken zijn bij juridische geschillen:
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 23253 van 2024 een belangrijk juridisch referentiepunt voor de behandeling van geschillen inzake bevoegdheid en proceskosten. De door het Hof van Cassatie verstrekte aanwijzingen zijn nuttig om partijen en juridische professionals te begeleiden bij de juiste opzet van aanvechtingen, waardoor een grotere bescherming van de betrokken rechten en belangen wordt gewaarborgd.