Arrestatiebevel nr. 37276 van 7 juni 2023, gedeponeerd op 13 september 2023, biedt belangrijke verduidelijkingen met betrekking tot de objectieve verzwarende omstandigheid voorzien in artikel 80, lid 1, sub e) van het presidentsdecreet nr. 309 van 1990, inzake de handel in vervalste verdovende middelen. Dit arrest van het Hof van Cassatie maakt deel uit van de referentiejurisprudentie en biedt stof tot nadenken voor juridische professionals en burgers.
In dit arrest verklaarde het Hof het beroep van de beklaagde, die was veroordeeld voor de handel in cocaïne vermengd met levamisol, niet-ontvankelijk. Het Hof benadrukte dat de aanwezigheid van vervalste stoffen een objectieve verzwarende omstandigheid inhoudt, waarvoor geen bewijs van specifieke opzet van de dader vereist is. De strafrechtelijke aansprakelijkheid is dus gebaseerd op schuld, die moet worden geverifieerd volgens het criterium van voorzienbaarheid in concreto.
Verzwarende omstandigheid van artikel 80, lid 1, sub e), presidentsdecreet nr. 309 van 1990 - Objectieve aard - Toerekeningscriterium - Feiten. De omstandigheid voorzien in artikel 80, lid 1, sub e), presidentsdecreet van 9 oktober 1990, nr. 309 (vervalste of met andere stoffen vermengde verdovende middelen of psychotrope stoffen, zodanig dat hun schadelijke potentieel wordt versterkt), vormt een objectieve verzwarende omstandigheid, waarvoor het volstaat dat de dader nalatig was, te verifiëren volgens de norm van voorzienbaarheid in concreto, met betrekking tot de aanwezigheid van de samenstellende elementen ervan. (Feiten met betrekking tot de handel, met het oog op aflevering, van cocaïne vermengd met levamisol, zodanig dat het schadelijke potentieel ervan wordt versterkt).
De overweging van de objectieve verzwarende omstandigheid heeft aanzienlijke gevolgen voor de bepaling van de straf en de beoordeling van de aansprakelijkheid van de betrokken persoon. In het bijzonder kunnen de volgende punten worden benadrukt:
Arrestatiebevel nr. 37276 van 2023 van het Hof van Cassatie vertegenwoordigt een belangrijke stap voorwaarts in het begrip van de objectieve verzwarende omstandigheid in de context van de wetgeving inzake verdovende middelen. Met zijn uitspraak herhaalt het Hof niet alleen het belang van voorzienbaarheid in de strafrechtelijke aansprakelijkheid, maar biedt het ook een nuttige leidraad voor juridische professionals en burgers, die te maken krijgen met de juridische implicaties van de handel in verdovende middelen. De duidelijkheid van de norm en de jurisprudentie is essentieel om een eerlijke en rechtvaardige toepassing van de wet te garanderen.