De uitspraak nr. 18760 van 20 december 2022, gedeponeerd op 4 mei 2023, heeft belangrijke kwesties aan de orde gesteld met betrekking tot de rechten van gedetineerden en de detentieomstandigheden in Italië. In het bijzonder heeft het Hof bepaald dat, voor de berekening van de minimale ruimte van drie vierkante meter per gedetineerde, de ruimte die door het eenpersoonsbed wordt ingenomen, niet mag worden meegerekend. Deze beslissing valt binnen de context van het verbod op onmenselijke of vernederende behandeling, zoals vastgelegd in artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM).
Het compensatiemiddel bedoeld in art. 35-ter van de penitentiaire wetgeving is van fundamenteel belang om de naleving van de rechten van gedetineerden te waarborgen. Het Constitutionele Hof en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens hebben herhaaldelijk het belang van detentieomstandigheden benadrukt. In het bijzonder bepaalt artikel 3 van het EVRM dat niemand mag worden onderworpen aan foltering of aan onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. De onderhavige uitspraak is gebaseerd op deze beginselen en stelt dat het respect voor individuele ruimte cruciaal is om dergelijke schendingen te voorkomen.
01 Voorzitter: MOGINI STEFANO. Rapporteur: CENTOFANTI FRANCESCO. Verslaggever: CENTOFANTI FRANCESCO. Verdachte: MINISTERIE VAN JUSTITIE. P.M. DALL'OLIO MARCO. (Conf.) Verwerpt, RECHTBANK TOEZICHT PERUGIA, 03/02/2022 563000 INRICHTINGEN VOOR PREVENTIE EN STRAF (PENITENTIAIRE WETGEVING) - Compensatiemiddel bedoeld in art. 35-ter van de penitentiaire wet - Verbod op onmenselijke of vernederende behandeling - Bepaling van de minimale individuele ruimte binnen de inrichting - Ruimte ingenomen door eenpersoonsbedden - Berekenbaarheid - Uitsluiting - Redenen.
Het Hof heeft verduidelijkt dat het eenpersoonsbed, aangezien het een vast en niet gemakkelijk verplaatsbaar meubelstuk is, niet mag worden opgenomen in de berekening van de beschikbare ruimte voor de gedetineerde. Dit impliceert een herziening van de huidige praktijken in penitentiaire instellingen, waar de leefruimte reeds beperkt is. De uitspraak bepaalt dat, opdat de gedetineerde voldoende bewegingsvrijheid kan genieten, het van essentieel belang is dat de minimale ruimte wordt gerespecteerd, met uitsluiting van vaste elementen die het gebruik ervan beperken.
De uitspraak nr. 18760 van 2022 vertegenwoordigt een belangrijke stap naar de naleving van de mensenrechten binnen de Italiaanse gevangenissen. De uitsluiting van de ruimte die door het eenpersoonsbed wordt ingenomen bij de berekening van de minimale ruimte is een beslissing die toekomstige regelgeving en penitentiaire praktijken kan beïnvloeden. Het is essentieel dat het strafrechtelijk systeem zich aanpast aan deze aanwijzingen, door detentieomstandigheden te waarborgen die de menselijke waardigheid respecteren. De jurisprudentie blijft een cruciale rol spelen bij het afbakenen van de grenzen van de rechten van gedetineerden, en deze uitspraak is een duidelijk voorbeeld van hoe instellingen kunnen werken aan het verbeteren van het leven binnen gevangenissen.