Het recente arrest nr. 32769 van 19 juni 2024, uitgesproken door het Hof van Cassatie, biedt belangrijke inzichten met betrekking tot het onderwerp van herziening van het oordeel en het gebruik van nieuw bewijs. In het bijzonder heeft het Hof de noodzaak benadrukt van een zorgvuldige beoordeling van de betrouwbaarheid van nieuw bewijs alvorens over te gaan tot een vergelijking met het reeds in de inhoudelijke procedure verkregen bewijs.
De beslissing valt binnen de context van een beroep inzake de herziening van een definitieve veroordeling. Het Hof van Beroep van Napels had eerder het verzoek tot herziening afgewezen, waardoor de zaak voor het Hof van Cassatie kwam. Hier was de centrale kwestie het onderscheid tussen de beoordeling van de betrouwbaarheid van nieuw bewijs en de vergelijking ervan met het reeds in de inhoudelijke procedure overwogen bewijs.
Nieuw bewijs - Bewijs reeds verkregen in de inhoudelijke procedure - Gezamenlijke of vergelijkende beoordeling van het laatste ten opzichte van het eerste - Noodzaak - Beoordeling van de betrouwbaarheid van het nieuwe bewijs - Noodzakelijke overschrijding hiervan alvorens de gezamenlijke of vergelijkende beoordeling van het nieuwe bewijs met het reeds verkregen bewijs te verrichten - Bestaan - Niet overschrijden van de betrouwbaarheidsbeoordeling - Gevolgen. Wat betreft herziening, moet de gezamenlijke, dan wel vergelijkende, beoordeling van het reeds in de procedure die met een definitieve veroordeling is afgesloten verkregen bewijs met het nieuwe bewijs worden onderscheiden van de beoordeling betreffende de betrouwbaarheid van laatstgenoemd bewijs, aangezien nieuw bewijs kan worden gebruikt om de draagwijdte ervan te vergelijken met de reeds overwogen resultaten die een definitieve veroordeling kunnen onderbouwen, alleen indien het als vrij van onbetrouwbaarheid wordt beoordeeld, terwijl er daarentegen geen verplichting bestaat voor de rechter die de herziening behandelt om het tegensprekelijke karakter van het nieuwe bewijs te activeren teneinde het verzoek tot herziening onontvankelijk te verklaren of af te wijzen indien de beoordeling in de tegenovergestelde richting uitmondt, zelfs indien de verklaring plaatsvindt in de fase van vernietiging en teruggwijzing.
De uitspraak van het Hof van Cassatie verduidelijkt enkele fundamentele aspecten met betrekking tot de herziening van het oordeel. In de eerste plaats benadrukt het dat alvorens nieuw bewijs te kunnen vergelijken met reeds bestaand bewijs, het essentieel is de betrouwbaarheid ervan te beoordelen. Alleen als het nieuwe bewijs betrouwbaar blijkt, kan het worden overwogen in de context van de herziening.
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 32769 van 2024 een belangrijke stap voorwaarts in de Italiaanse jurisprudentie met betrekking tot de herziening van oordelen. Het legt de nadruk op de noodzaak van een rigoureuze analyse van nieuw bewijs, waardoor wordt gegarandeerd dat alleen betrouwbaar bewijs de beoordeling van het eerdere oordeel kan beïnvloeden. Deze aanpak draagt bij aan meer zekerheid en rechtvaardigheid in het rechtssysteem, waarbij de rechten van de betrokkenen worden beschermd.