Arrest nr. 33535 van 17 mei 2023, uitgesproken door het Hof van Cassatie, biedt een belangrijke reflectie op de delicten van fraude en onrechtmatig gebruik van creditcards, en verduidelijkt de voorwaarden voor het bestaan van samenloop van delicten. De beslissing behandelt een zeer actueel onderwerp, gezien de toename van computercriminaliteit en financiële fraude waarbij ongeautoriseerd gebruik van betaalinstrumenten betrokken is.
In de onderhavige zaak was F. C. de verdachte, die beschuldigd werd van frauduleuze transacties met creditcards van anderen. Het Hof herhaalde dat, om samenloop van delicten te kunnen vaststellen, de gedragingen autonoom en onderscheiden moeten zijn, gericht op het verkrijgen van een onrechtmatig voordeel door middel van andere listige handelingen dan het oorspronkelijke onrecht.
Samenloop met het delict van onrechtmatig gebruik van betaalinstrumenten anders dan contant geld - Bestaan - Voorwaarden. Er is sprake van samenloop van het delict van onrechtmatig gebruik van creditcards met dat van fraude in geval van autonome en onderscheiden gedragingen, gericht op het verkrijgen, door middel van verdere listige handelingen en bedrieglijke manoeuvres, van het onrechtmatige voordeel dat is verkregen als gevolg van de plegen van het eerste delict.
Deze rechtsoverweging benadrukt het belang van het identificeren van de specifieke gedragingen die samenloop van delicten kunnen vormen. Het enkele onrechtmatige gebruik van betaalinstrumenten is dus niet voldoende; er moeten ook aanvullende frauduleuze gedragingen zijn om het delict van fraude te integreren.
Het Hof verwees naar artikel 640 van het Wetboek van Strafrecht, betreffende het delict van fraude, en artikel 493 ter, dat het onrechtmatige gebruik van betaalinstrumenten regelt. Het is belangrijk te benadrukken dat de jurisprudentie, zoals benadrukt in het arrest, een duidelijk onderscheid tussen de twee delicten vereist. Voor de erkenning van samenloop moeten de gedragingen niet alleen autonoom zijn, maar ook gericht op het exploiteren van het onrechtmatige voordeel dat voortvloeit uit de eerste handeling.
Arrest nr. 33535 van 2023 vertegenwoordigt een belangrijke stap in de strijd tegen financiële fraude, door de noodzakelijke voorwaarden voor samenloop van delicten te verduidelijken. Het onderscheid tussen onrechtmatig gebruik van betaalinstrumenten en fraude is van fundamenteel belang voor de juiste toepassing van de wet en voor het waarborgen van adequate rechtspraak. Het is essentieel dat juridische professionals en burgers deze dynamiek begrijpen, om zich te beschermen en de steeds wijdverbreidere frauduleuze gedragingen in het huidige landschap te voorkomen.