Arrest nr. 14467 van 1 maart 2023, uitgesproken door het Hof van Cassatie, vertegenwoordigt een belangrijke uitspraak op het gebied van uitlevering en de toelaatbaarheid van bewijs in het kader van verkorte procedures. In deze context heeft het Hof zich uitgesproken over een delicaat onderwerp: de mogelijkheid om een veroordeelde persoon uit te leveren op basis van bewijs dat niet toelaatbaar werd geacht volgens de regels van de verkorte procedure, maar niettemin in overeenstemming met de grondrechten.
De zaak die door het Hof werd onderzocht, betrof de uitlevering die door de buitenlandse staat werd verzocht ten aanzien van E. P., veroordeeld op basis van bewijs verkregen in strijd met de regels voor toelaatbaarheid in een verkorte procedure. Het Hof van Beroep van Venetië, bij het beoordelen van het uitleveringsverzoek, had twijfels geuit over de verenigbaarheid van de veroordeling met de fundamentele beginselen van een eerlijk proces, verwijzend naar artikel 705, lid 2, sub b) van het Wetboek van Strafvordering.
Veroordeling op basis van bewijs verkregen in een verkorte procedure in strijd met het regime van toelaatbaarheid van akten - Schending van grondrechten - Uitsluiting - Redenen. Het feit dat de veroordeling waarvoor de uitlevering is gevraagd, is uitgesproken op basis van akten die, binnen het kader van een verkorte procedure, in strijd met de eigen regels van die procedure zijn verkregen, vormt geen beletsel voor de door de buitenlandse staat gevraagde uitlevering wegens strijd met de fundamentele beginselen, ex art. 705, lid 2, sub b), Wetboek van Strafvordering, aangezien de grondrechten - waaronder het recht op tegenspraak bij de bewijsvoering valt - op verschillende manieren kunnen worden gewaarborgd door de diverse nationale procesrechtelijke systemen.
Het Hof, bij het bevestigen van de onontvankelijkheid van het beroep, heeft verduidelijkt dat het feit dat de veroordeling is uitgesproken op basis van akten die volgens de regels van de verkorte procedure niet toelaatbaar zijn, geen beletsel vormt voor uitlevering. Het Hof benadrukte dat de grondrechten op verschillende manieren kunnen worden gewaarborgd, afhankelijk van de nationale procesrechtelijke systemen. Dit aspect is cruciaal, omdat het de diversiteit van rechtvaardigheidsmodellen en de erkenning van hun legitimiteit binnen de Europese context belicht.
Arrest nr. 14467 van 2023 biedt belangrijke reflectiemogelijkheden voor de Italiaanse jurisprudentie en de forensische praktijk. Hier zijn enkele belangrijke overwegingen:
Concluderend benadrukt arrest nr. 14467 van 2023 een tendens van het Hof van Cassatie gericht op het waarborgen van internationale samenwerking op strafrechtelijk gebied, zelfs in aanwezigheid van problemen met betrekking tot de toelaatbaarheid van bewijs. Het is essentieel dat juridische professionals de implicaties van dergelijke uitspraken begrijpen om zich te oriënteren in een steeds complexer en onderling verbonden juridisch landschap.