Arrest nr. 39560 van 19 september 2024 van het Hof van Cassatie biedt een fundamenteel inzicht voor reflectie op het delicate onderwerp van de uitlevering van personen naar landen die betrokken zijn bij gewapende conflicten. In het bijzonder heeft het Hof de zaak van een door de Oekraïense Republiek gevraagde uitlevering onderzocht, en conclusies bereikt die zorgvuldige analyse verdienen.
Het Hof heeft bepaald dat het risico op onmenselijke of vernederende behandeling niet uitsluitend kan worden afgeleid uit het feit dat het verzoekende land zich in een staat van oorlog bevindt. Dit betekent dat de loutere betrokkenheid bij een gewapend conflict niet volstaat om uitlevering te weigeren, mits er passende garanties worden geboden voor de veiligheid van de verzoeker. Dit aspect is cruciaal, aangezien het deel uitmaakt van een breder debat dat de mensenrechten en de bescherming van kwetsbare personen omvat.
Uitlevering gevraagd door een land dat betrokken is bij een gewapend conflict - Risico op onmenselijke of vernederende behandeling inherent aan de staat van oorlog - Uitsluiting - Voorwaarden - Feiten. Wat betreft uitlevering naar het buitenland, kan het risico op onderwerping aan onmenselijke of vernederende behandeling niet worden afgeleid uit de loutere betrokkenheid van de verzoekende staat bij een gewapend conflict, op voorwaarde dat passende garanties worden geboden met betrekking tot het feit dat de detentie niet zal plaatsvinden op gebieden die direct getroffen zijn door oorlogshandelingen en dat, in ieder geval, adequate bescherming wordt geboden voor de veiligheid van de verzochte persoon in geval van uitbreiding van het conflict. (Feiten met betrekking tot uitlevering gevraagd door de Oekraïense Republiek, waarbij het Hof het arrest van het Hof van Beroep heeft vernietigd met verwijzing voor een nieuwe beoordeling van de door de verzoekende staat verstrekte geruststellingen en voor de verkrijging van eventuele aanvullende informatie).
Volgens dit arrest komen er enkele fundamentele voorwaarden naar voren die moeten worden vervuld om over te gaan tot uitlevering in conflictcontexten:
Deze voorwaarden zijn essentieel om ervoor te zorgen dat het recht op leven en menselijke waardigheid wordt gerespecteerd, in overeenstemming met de Europese en internationale regelgeving inzake mensenrechten.
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 39560 van 2024 een belangrijke stap in de bescherming van individuele rechten in uitleveringssituaties. Het herbevestigt het belang van een zorgvuldige beoordeling van elke zaak en de garantie dat fundamentele rechten altijd centraal staan in juridische beslissingen. Het Hof van Cassatie positioneert zich met deze uitspraak als hoeder van de rechtspraak, en verzekert dat uitleveringsprocedures niet alleen een kwestie van legaliteit zijn, maar ook van menselijkheid.