Arrest nr. 1797/2019 van het Hof van Beroep van Milaan heeft de nadruk gelegd op zeer relevante kwesties op het gebied van beroepsaansprakelijkheid in de gezondheidszorg. De zaak, waarbij een kind met meningo-encefalitis betrokken was, heeft de gevolgen van medische nalatigheid en de criteria voor de vaststelling van de te vergoeden schade aan het licht gebracht. In dit artikel zullen we de belangrijkste juridische kwesties die door het arrest zijn opgeworpen, nader onderzoeken en de implicaties voor civiele aansprakelijkheid en de vaststelling van schadevergoeding analyseren.
Het incident vindt zijn oorsprong in de geboorte van een kind, F.M., op 7 maart 2008, die na een ontoereikende behandeling in een spoedeisende hulp ernstige gezondheidsschade opliep. Het Hof stelde vast dat de arts, M.S.B., niet over de vereiste professionele kwalificatie beschikte en veroordeelde zowel de arts als het Ziekenhuis tot schadevergoeding. In het bijzonder erkende het arrest een niet-vermogensschade van meer dan een miljoen euro aan het kind en een levenslange rente om voortdurende zorg te garanderen.
Het Hof oordeelde dat de civiele aansprakelijkheid moet worden beoordeeld op basis van het gedrag van de professional en de geldende richtlijnen, waarbij het belang van een tijdige diagnose wordt benadrukt om de gezondheid van de patiënt te waarborgen.
Het arrest gaat in op verschillende cruciale aspecten:
Arrest nr. 1797/2019 van het Hof van Beroep van Milaan vormt een belangrijk precedent op het gebied van beroepsaansprakelijkheid in de gezondheidszorg. Het verduidelijkt niet alleen de grenzen en verantwoordelijkheden van zorgprofessionals, maar stelt ook duidelijke criteria vast voor de vaststelling van de te vergoeden schade, en benadrukt de noodzaak om slachtoffers van medische nalatigheid adequaat te beschermen. Het is essentieel dat zorginstellingen preventieve maatregelen nemen om herhaling van dergelijke incidenten te voorkomen, en de veiligheid en gezondheid van patiënten waarborgen.