Arrest nr. 5932/2021, uitgesproken door het Hof van Cassatie op 9 september 2022, vertegenwoordigt een belangrijke verduidelijking met betrekking tot de liquidatie van niet-materiële schade, met bijzondere aandacht voor esthetische schade voortvloeiend uit verkeersongevallen. In dit artikel analyseren we de belangrijkste punten van de beslissing en de gevolgen ervan voor het recht van slachtoffers op een passende schadevergoeding.
Het geschil betreft een verkeersongeval waarbij de eiser schadevergoeding eiste voor geleden schade, waaronder aanzienlijke esthetische schade. De Rechtbank van Catanzaro had de vordering gedeeltelijk toegewezen en een bedrag van € 107.713,47 geliquideerd, maar het Hof van Beroep had de esthetische gevolgen van de beoordeling uitgesloten, waardoor de schadevergoeding werd teruggebracht tot alleen de kosten voor biologische schade.
Het Hof van Cassatie, bij de beoordeling van het beroep, benadrukte dat de liquidatie van esthetische schade moet plaatsvinden rekening houdend met alle aspecten van het leed van het slachtoffer. In het bijzonder stelde de rechter van cassatie dat esthetische schade, hoewel het niet-materiële schade betreft, moet worden beschouwd als een integraal onderdeel van de algehele beoordeling van de geleden schade door de benadeelde persoon.
Esthetische schade kan de levenskwaliteit van een persoon aanzienlijk beïnvloeden, waardoor zijn imago en zijn relatie met anderen radicaal worden veranderd.
Het Hof verwees verder naar de gevestigde jurisprudentie, die stelt dat esthetische schade en biologische schade niet bij voorbaat van de schadevergoedingsliquidatie mogen worden uitgesloten. Het is immers essentieel dat de beoordeling van niet-materiële schade plaatsvindt vanuit een oogpunt van personalisatie, om de gevolgen van het opgelopen letsel adequaat te weerspiegelen.
Arrest nr. 5932/2021 opent de weg naar een grotere bescherming voor slachtoffers van verkeersongevallen, die nu een schadevergoeding kunnen verwachten die niet alleen rekening houdt met de fysieke, maar ook met de esthetische en psychologische gevolgen. Deze aanpak vertegenwoordigt een stap voorwaarts naar een eerlijker rechtssysteem dat aandacht heeft voor de behoeften van benadeelde personen.
Concluderend herhaalt het betreffende arrest het belang van een volledige en geïntegreerde beoordeling van de geleden schade in geval van civiele aansprakelijkheid, en bevestigt daarmee het recht van slachtoffers op een adequate en rechtvaardige schadevergoeding.
Arrest nr. 5932/2021 van het Hof van Cassatie vertegenwoordigt een belangrijk precedent voor de erkenning van esthetische schade in de context van verkeersongevallen. Slachtoffers kunnen zich nu meer beschermd en terecht vergoed voelen voor de gevolgen van hun traumatische ervaringen.