Het arrest van het Hof van Cassatie, Afdeling VI, nr. 6703 van 2018, biedt belangrijke inzichten met betrekking tot burgerlijke aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door zaken onder bewaargeving, met name wanneer de bewaarder een overheidsinstantie is. De betreffende zaak betreft een motorrijder die een ongeval heeft gehad als gevolg van een olievlek op de weg, wat vragen oproept over de bewijslast en het concept van overmacht.
In het specifieke geval had de eiser P.A. schadevergoeding gevraagd van de gemeente Scafati, stellende dat het ongeval was veroorzaakt door de aanwezigheid van niet-gemelde stroperige materie. De Rechtbank van Nocera Inferiore had het beroep afgewezen, stellende dat de eiser de aansprakelijkheid van de bewaarder niet had bewezen. Het Hof van Cassatie heeft echter het beroep aanvaard, waarbij de noodzaak van een correcte verdeling van de bewijslast werd benadrukt.
De aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door zaken onder bewaargeving geldt ook voor de overheid, die het bestaan van overmacht moet bewijzen om haar aansprakelijkheid uit te sluiten.
Het Hof verwees naar de gevestigde rechtsbeginselen, volgens welke, op het gebied van aansprakelijkheid voor zaken onder bewaargeving, de bewaarder (in dit geval de overheid) verplicht is het bestaan van overmacht te bewijzen om zijn aansprakelijkheid uit te sluiten. Bij gebreke van een dergelijk bewijs is de entiteit aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door elementen onder haar bewaargeving. Het is belangrijk op te merken dat overmacht concreet moet zijn en niet louter verondersteld.
Concluderend vertegenwoordigt het arrest nr. 6703 van 2018 van het Hof van Cassatie een belangrijke bevestiging van de beginselen van burgerlijke aansprakelijkheid op het gebied van bewaargeving. Het benadrukt het belang van de bewijslast die op de bewaarder rust, die het bestaan van overmacht moet bewijzen om te voorkomen dat hij aansprakelijk wordt gesteld voor de veroorzaakte schade. De beslissing om de zaak terug te verwijzen naar de Rechtbank van Nocera Inferiore voor een nieuwe beoordeling benadrukt de noodzaak van een diepgaande analyse van de specifieke omstandigheden en het door de partijen gepresenteerde bewijsmateriaal.