De recente beschikking van het Hof van Cassatie, gedateerd 5 juli 2024, roept belangrijke vragen op met betrekking tot gratis rechtsbijstand en de rechten van ambtshalve verdedigers, met name in adoptieprocedures. De centrale kwestie betreft de ongelijke behandeling tussen ambtshalve verdedigers van onvindbare ouders en die van onvermogende ouders, wat wijst op een mogelijke schending van de gelijkheidsbeginselen die zijn vastgelegd in artikel 3 van de Italiaanse Grondwet.
De eiseres A.A., advocaat van ambtshalve, heeft verzocht om de vergoeding van haar honoraria voor haar werkzaamheden in een adoptieprocedure. Het verzoek werd aanvankelijk afgewezen door de Rechtbank voor Minderjarigen van Potenza, die stelde dat de regels betreffende de ambtshalve verdediging in strafzaken niet van toepassing konden worden verklaard op adoptieprocedures. Deze positie leidde ertoe dat A.A. beroep instelde bij het Hof van Cassatie.
Het Hof van Cassatie heeft de vraag naar de constitutionele legitimiteit van art. 143, eerste lid, van het D.P.R. nr. 115 van 30 mei 2002, in relatie tot art. 3 van de Grondwet, als relevant en niet manifest ongegrond beschouwd.
Het Hof heeft benadrukt dat het huidige wettelijke kader een ongerechtvaardigde ongelijke behandeling creëert tussen de ambtshalve verdediger van een onvindbare ouder en die van een vindbare maar onvermogende ouder. Dit leidt tot een schending van het gelijkheidsbeginsel, aangezien beide situaties significante overeenkomsten vertonen. Het Hof heeft daarom besloten de kwestie door te verwijzen naar het Constitutioneel Hof, waarbij het belang van het waarborgen van een effectieve verdediging wordt benadrukt, met name in procedures die de rechten van minderjarigen betreffen.
Concluderend vertegenwoordigt de uitspraak nr. 18383/2024 van het Hof van Cassatie een fundamentele stap voor de erkenning van de rechten van ambtshalve verdedigers en voor de bescherming van minderjarigen. De aangesneden vraag naar constitutionele legitimiteit kan leiden tot een significante verandering in de wetgeving die gratis rechtsbijstand regelt, waardoor meer billijkheid en bescherming wordt gewaarborgd voor alle betrokken partijen in adoptieprocedures.