De uitspraak nr. 12282 van 2024 van het Hof van Cassatie maakt deel uit van een cruciale discussie over tweeledig ouderschap en de verhuizing van minderjarigen. Met zijn uitspraak heeft het Hof het belang herbevestigd van het waarborgen van een evenwichtige en voortdurende relatie tussen kinderen en elke ouder, zelfs in situaties van scheiding of echtscheiding. Dit artikel onderzoekt de hoogtepunten van de uitspraak, waarbij de beroepsgronden en de implicaties voor de betrokken gezinnen worden geanalyseerd.
In de onderhavige zaak heeft A.A. een beschikking van de Rechtbank van Napels aangevochten die B.B. toestond met de kinderen naar Pordenone te verhuizen vanwege werkredenen. De beslissing werd betwist door A.A., die benadrukte dat een dergelijke verhuizing zijn bezoekrecht en de mogelijkheid om een zinvolle band met zijn kinderen te onderhouden zou belemmeren. Het Hof van Beroep verwierp aanvankelijk het beroep, maar het Hof van Cassatie honoreerde het beroep van A.A., waarbij het de geringe aandacht voor de afstand tussen de twee steden en de behoeften aan contact tussen de ouder en de kinderen benadrukte.
Het recht van het kind op een evenwichtige en voortdurende relatie met beide ouders is een fundamenteel beginsel dat altijd beschermd moet worden.
Het Hof verwees naar artikel 337-ter van het Burgerlijk Wetboek, volgens hetwelk de rechter beslissingen met betrekking tot de kinderen moet nemen, waarbij elke inmenging in het morele en materiële belang van het kind wordt uitgesloten. Dit beginsel is essentieel om ervoor te zorgen dat beslissingen met betrekking tot de verhuizing van minderjarigen het recht op tweeledig ouderschap niet in gevaar brengen. Het Hof van Cassatie benadrukte verder dat de feitenrechter de verklaringen van de minderjarigen en de implicaties van de verhuizing voor hun dagelijks leven niet adequaat had beoordeeld.
De uitspraak nr. 12282 van 2024 vertegenwoordigt een belangrijke stap voorwaarts in de bescherming van het recht op tweeledig ouderschap, waarbij de noodzaak wordt benadrukt om verzoeken tot verhuizing van minderjarigen zorgvuldig te overwegen. Het is essentieel dat rechters de professionele behoeften van de ouders afwegen tegen het recht van minderjarigen om een zinvolle relatie met beide ouders te behouden. Deze uitspraak verduidelijkt niet alleen de toepasselijke beginselen in dergelijke situaties, maar biedt ook een belangrijke reflectie voor toekomstige familierechtelijke geschillen.