Arrest nr. 9178 van 5 april 2024 van het Hof van Cassatie behandelt een cruciale kwestie met betrekking tot de bevoegdheid van de vrederechter en de behandeling van hoger beroepen tegen uitspraken van incompetentie. De uitspraak verduidelijkt de ontoelaatbaarheid van het negatieve geschil dat door de rechtbank wordt ingesteld in geval van hoger beroep tegen een bevoegdheidsverklaring van incompetentie, en stelt fundamentele beginselen vast die een zorgvuldige analyse verdienen.
De kwestie van bevoegdheid wordt geregeld door het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (WBRV), in het bijzonder de artikelen 42, 43, 45 en 50. Deze artikelen schetsen de algemene regels met betrekking tot de bevoegdheid en de beroepsmogelijkheden tegen uitspraken van de vrederechter. Het Hof verwijst in het onderhavige arrest naar deze artikelen om zijn standpunt inzake de ontoelaatbaarheid van het negatieve geschil te onderbouwen.
In het algemeen. In geval van hoger beroep tegen een uitspraak van de vrederechter waarbij de bevoegdheid wordt ontzegd, is het negatieve geschil dat door de rechtbank wordt ingesteld ontoelaatbaar, aangezien deze bevoegdheid, ex art. 45 WBRV, uitsluitend is toegekend aan de rechter die wordt aangewezen voor de heraanvang na een uitspraak van incompetentie; hieruit volgt de teruggave van de stukken aan de rechtbank, waarbij de verplichting van de partijen om het proces te heraanvangen is uitgesloten, gezien het ambtshalve initiatief van de beroepsrechter.
Deze kern stelt dat, in geval van hoger beroep tegen een uitspraak van incompetentie van de vrederechter, de rechtbank geen negatief geschil kan instellen. Deze bevoegdheid is immers voorbehouden aan de rechter die na de uitspraak van incompetentie wordt aangewezen. Dit betekent dat, indien een vrederechter zijn incompetentie verklaart, het niet de taak van de rechtbank is om het proces te heraanvangen; integendeel, de stukken moeten worden teruggezonden naar de bevoegde rechtbank zonder dat de partijen verder hoeven tussen te komen.
Het arrest heeft diverse praktische gevolgen voor juridische professionals en voor de partijen die betrokken zijn bij een geschil. De belangrijkste zijn: