Arrest nr. 14935 van 28 februari 2023 van het Hof van Cassatie geeft belangrijke verduidelijkingen over de kwestie van rijden zonder rijbewijs, met name met betrekking tot de positie van een persoon die een eenvoudige mondelinge waarschuwing van de prefect heeft ontvangen. Deze uitspraak past in een complexe wettelijke context, waarin bepalingen van Wetgevend Decreet nr. 159 van 2011 en rechtsbeginselen die een diepgaande analyse verdienen, met elkaar verweven zijn.
In dit geval werd de beklaagde, E. T., beschuldigd van het besturen van een motorvoertuig zonder rijbewijs. Het Hof heeft echter vastgesteld dat er geen sprake is van het misdrijf bedoeld in art. 73 van wetgevend decreet 159/2011 in het geval dat de beklaagde het onderwerp is van een loutere mondelinge waarschuwing zonder verbodsbepalingen. Dit aspect is cruciaal, aangezien het vragen oproept over de aard en de effectiviteit van mondelinge waarschuwingen afgegeven door de bevoegde autoriteiten.
Art. 73 wetgevend decreet nr. 159 van 2011 - Rijden zonder rijbewijs - Persoon die een loutere mondelinge waarschuwing ontvangt - Bestaan van het misdrijf - Uitsluiting. Het besturen van een motorvoertuig zonder rijbewijs, of nadat dit is ingetrokken, door de ontvanger van een loutere mondelinge waarschuwing van de prefect zonder de in art. 3, lid 4, van het genoemde wetgevend decreet bedoelde verbodsbepalingen, vormt geen misdrijf bedoeld in art. 73 van wetgevend decreet 6 september 2011, nr. 159.
Het Hof heeft met dit arrest enkele fundamentele beginselen herbevestigd. Ten eerste, het onderscheid tussen een mededeling van waarschuwing en een besluit dat een specifiek verbod oplegt. Een mondelinge waarschuwing, indien verstoken van voorschrijvend effect, kan geen juridische belemmering vormen voor het rijden. Dit punt benadrukt het belang van naleving van de wettelijke procedures, zodat de rechten van het individu niet worden aangetast bij afwezigheid van een formele verbodsakte.
Het is interessant op te merken hoe het Hof van Cassatie zich heeft aangesloten bij eerdere jurisprudentie die deze positie ondersteunt, zoals arrest nr. 47713 van 2022, dat vergelijkbare gevallen behandelde. Het is echter gepast om te wijzen op het bestaan van afwijkende uitspraken, zoals nr. 418 van 2023, die in toekomstige contexten tot verschillende interpretaties kunnen leiden.
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 14935 van 2023 een belangrijke stap voorwaarts in de bescherming van de rechten van automobilisten, door te verduidelijken dat een loutere mondelinge waarschuwing niet voldoende kan worden geacht om het misdrijf van rijden zonder rijbewijs te vormen. Het is essentieel dat de bevoegde autoriteiten een duidelijke en conforme aanpak hanteren, waarbij ambiguïteiten die de rechten van burgers kunnen schaden, worden vermeden. Zoals altijd is het raadzaam om juridische experts te raadplegen voor persoonlijk advies in geval van vergelijkbare geschillen.