In het strafrecht vormen procedurele waarborgen de basis van individuele bescherming. Het recht om deel te nemen aan het eigen proces, met name wanneer er sprake is van vrijheidsbeperkende maatregelen, is onschendbaar. Het Hof van Cassatie heeft met arrest nr. 18189 van 7 mei 2025 (gedeponeerd op 14 mei 2025, Rv. 288034-01) een kernprincipe herbevestigd: het niet-vermelden van de zitting voor de herziening van bewarende maatregelen wordt gesanctioneerd met absolute nietigheid. Een uitspraak die de bescherming van de verdachte versterkt en het belang van strikte naleving van procedurele vormen onderstreept.
Bewarende maatregelen, persoonlijk of reëel, zijn instrumenten van uitzonderlijke ernst, die de vrijheid en goederen raken voordat er een definitieve veroordeling is. Het Wetboek van Strafvordering voorziet in de "herziening", een controlemechanisme dat de verdachte of zijn advocaat in staat stelt beroep aan te tekenen tegen de beslissing. Deelname aan de zitting is cruciaal om de eigen argumenten uiteen te zetten. Correcte kennisgeving van de datum is een essentiële voorwaarde voor de uitoefening van dit recht, dat wordt beschermd door de Grondwet (art. 24) en het EVRM (art. 6).
De zaak, behandeld door de Cassatie (voorzitter A. P., rapporteur M. D. B.), betrof een beroep van de beklaagde C. S. Het Hooggerechtshof heeft de beslissing van de Rechtbank van Vrijheid van Vibo Valentia vernietigd met verwijzing, zich concentrerend op het niet-vermelden van de datum van de zitting voor de herziening aan de verdachte. Dit gebrek werd als zo ernstig beschouwd dat het de geldigheid van de procedure aantastte, en het fundamentele recht van de verdachte om deel te nemen en zich te verdedigen schond. Deze nalatigheid werd gecategoriseerd als absolute nietigheid.
Het niet-vermelden van de datum die is vastgesteld voor de zitting van de herziening, schendt het recht van de verdachte om deel te nemen aan de procedure, en wordt gesanctioneerd met absolute nietigheid, die niet kan worden geheeld en in elk stadium en elke graad van de procedure kan worden ingeroepen, zoals bepaald in art. 178, lid 1, sub c) en 179, lid 1, Wetboek van Strafvordering, in geval van niet-oproeping van de beklaagde.
Deze uitspraak is fundamenteel. Een "absolute nietigheid" duidt op een zeer ernstig gebrek dat de akte radicaal ongeldig en niet te helen maakt, dat wil zeggen, niet kan worden gecorrigeerd. De "inroepbaarheid in elk stadium en elke graad" betekent dat elke rechter, in elke fase, de plicht heeft deze te verklaren, zelfs ambtshalve. De Cassatie verwees naar art. 178, lid 1, sub c), en 179, lid 1, Wetboek van Strafvordering, die de gevallen van absolute nietigheid opsommen, en het niet-vermelden aan de verdachte gelijkstelt aan een "niet-oproeping van de beklaagde". Deze vergelijking onderstreept de ernst van het gebrek, aangezien de oproeping de primaire akte is die de kennis van het proces en de mogelijkheid tot verdediging garandeert.
De uitspraak heeft een aanzienlijke impact op juridische professionals en burgers. Voor advocaten dwingt het tot constante waakzaamheid op de naleving van procedurele vormen, met name wat betreft de communicatie. Elke nalatigheid kan de procedurele gang ongeldig maken. Voor burgers is het arrest een geruststelling: het rechtssysteem beschermt fundamentele rechten. De belangrijkste implicaties zijn:
Arrest nr. 18189 van 2025 van de Cassatie bevestigt de jurisprudentie ter bescherming van het verdedigingsrecht. Het herhaalt dat het niet-vermelden aan de verdachte van de zitting voor de herziening van bewarende maatregelen geen formele fout is, maar een gebrek dat de fundamenten van een eerlijk proces ondermijnt, wat leidt tot een absolute en niet te helen nietigheid. Deze uitspraak is een waarschuwing voor alle actoren van het rechtssysteem om de door de wet voorgeschreven waarborgen nauwgezet na te leven, en ervoor te zorgen dat elke persoon zijn recht op een eerlijke en volledige verdediging volledig kan uitoefenen. Een onvermijdelijk principe voor de geloofwaardigheid en billijkheid van ons strafrechtelijk systeem.