De recente uitspraak nr. 17962 van 01-07-2024, uitgevaardigd door het Hof van Cassatie, biedt belangrijke verduidelijkingen met betrekking tot de erkenning van preferente vorderingen van professionele crediteuren in de context van een preventief akkoord en het daaropvolgende faillissement. Deze beslissing benadrukt hoe het niet-toelaten tot de procedure van het preventief akkoord de mogelijkheid kan beïnvloeden om vorderingen als preferent te erkennen.
De betreffende zaak betreft de professional M. F., die diensten had verleend aan de schuldenaar met het oog op de toegang tot de procedure van het preventief akkoord. Na de intrekking van de aanvraag voor het preventief akkoord, werd de schuldenaar echter failliet verklaard. De centrale kwestie van het geschil is of de vordering van de professional als preferent kon worden beschouwd in de context van het daaropvolgende faillissement.
Preventief akkoord - Professionele vordering - Niet-toelating tot het akkoord - Erkenning van preferente status in het daaropvolgende faillissement - Uitsluiting - Redenen - Feiten. Wat betreft het preventief akkoord, kan de vordering van de professional die door de schuldenaar is ingeschakeld voor de toegang tot de procedure, niet als preferent worden beschouwd in het daaropvolgende en opeenvolgende faillissement, indien er geen toelating tot de minder ingrijpende procedure is geweest. Dit komt doordat een dergelijke omstandigheid de concrete functionele band tussen de verrichte professionele prestaties en de doelstellingen van de alternatieve procedure voor faillissement, die de voorwaarde is voor de erkenning van de preferente status, tenietdoet. (Feiten met betrekking tot de intrekking van de aanvraag voor een preventief akkoord, gevolgd door de faillietverklaring).
De samenvatting van de uitspraak benadrukt dat, om een vordering als preferent te kunnen beschouwen, er een functionele verbinding moet zijn tussen de professionele prestaties en het doel om faillissement te voorkomen. In het specifieke geval oordeelde het Hof dat het niet-toelaten tot de procedure van het preventief akkoord deze band had verbroken, waardoor de preferente status van de vordering werd uitgesloten.
Deze beslissing heeft diverse praktische implicaties, waaronder:
De uitspraak nr. 17962 van 2024 vormt een belangrijke leidraad voor professionals die werkzaam zijn in het faillissementsrecht. Het verduidelijkt dat de toelating tot een preventief akkoord een fundamentele stap is voor de erkenning van de preferente status van professionele vorderingen. In een economisch landschap dat voortdurend in ontwikkeling is, is het essentieel dat professionals geïnformeerd en voorbereid zijn om dergelijke situaties aan te pakken, zowel om hun eigen rechten te beschermen als om een correcte bijstand aan schuldenaren te garanderen.