De uitspraak nr. 27727 van 12 mei 2023, gedaan door het Hof van Cassatie, biedt een belangrijke reflectie op de samenstelling van de rechtsprekende colleges in de Assisenhoven. In het bijzonder betreft het centrale thema het overschrijden van de leeftijdsgrens voor leden van het volksgerecht en de gevolgen die dit kan hebben voor de geldigheid van het proces. Dit artikel beoogt de redenen achter de uitspraak en de impact ervan op de Italiaanse jurisprudentie te analyseren.
Het Hof heeft bepaald dat het overschrijden van de vijfenzestigste leeftijd door een lid van het volksgerecht tijdens het proces niet automatisch leidt tot nietigheid van de samenstelling van het rechtsprekende college. Dit is een punt van grote betekenis, omdat het duidelijkheid biedt over de werking van volksgerechten, en benadrukt dat aan de leeftijdsvereiste moet worden voldaan op het moment van inschrijving in de gemeentelijke lijsten en deze moet blijven bestaan tot de loting van de namen.
Overschrijding van de maximumleeftijd van vijfenzestig jaar gedurende het proces - Verlies van rechterlijke bevoegdheid - Uitsluiting - Redenen. Wat betreft de procedure voor het Assisenhof, leidt het overschrijden van de vijfenzestigste leeftijd door een lid van het volksgerecht gedurende het verloop ervan niet tot enige nietigheid wegens een gebrek in de samenstelling van het rechtsprekende college, aangezien aan de leeftijdsvereiste, hoewel relevant voor het verkrijgen van de hoedanigheid van rechter, moet worden voldaan op het moment van inschrijving in de gemeentelijke lijsten en deze moet blijven bestaan tot de loting van de namen van de leden die worden opgeroepen om de volksgerechten van de zitting te vormen. (Zie: nr. 5284 van 23/03/1998, Rv. 210479-01).
Deze uitspraak heeft talrijke implicaties die onderstreept moeten worden:
Samenvattend vertegenwoordigt de uitspraak nr. 27727 van 2023 een belangrijk referentiepunt voor de Italiaanse jurisprudentie, door te verduidelijken dat het overschrijden van de vijfenzestigste leeftijd door een lid van het volksgerecht niet automatisch leidt tot nietigheid van het proces. Deze oriëntatie garandeert niet alleen de effectiviteit van het rechtssysteem, maar zorgt ook voor de eerbiediging van de rechten van alle betrokkenen. Het Hof herbevestigt met deze beslissing het belang van een evenwicht tussen formele vereisten en de inhoud van gerechtigheid, en bevordert zo een inclusievere en pragmatischere visie op de rol van leden van het volksgerecht.