De recente uitspraak nr. 27379 van 8 februari 2023 biedt belangrijke inzichten in de configuratie van de verzwarende omstandigheid van transnationaliteit, zoals voorzien in artikel 4 van wet nr. 146 van 2006. Deze beslissing, genomen door het Hof van Cassatie, heeft de mogelijkheid bevestigd om de verzwarende omstandigheid toe te passen, zelfs in aanwezigheid van een verdachte die is vrijgesproken van een associatief misdrijf, en heeft zo enkele fundamentele aspecten van strafrechtelijke aansprakelijkheid verduidelijkt.
Wet nr. 146 van 16 maart 2006 heeft tot doel georganiseerde criminaliteit op transnationale schaal te bestrijden. Artikel 4 bepaalt dat de verzwarende omstandigheid van transnationaliteit ook kan worden toegepast op personen die niet zijn veroordeeld voor een associatief misdrijf. Dit beginsel is herhaald door het Hof, dat verklaarde dat vrijspraak van een associatief misdrijf de wetenschap van de verdachte van het omgaan met en ontvangen van goederen van een transnationale organisatie niet uitsluit.
De verzwarende omstandigheid van transnationaliteit, bedoeld in artikel 4 van wet nr. 146 van 16 maart 2006, heeft een objectief karakter en kan ook worden toegepast op de verdachte die is vrijgesproken van een associatief misdrijf, op basis van de algemene criteria zoals vastgelegd in artikel 59, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat wil zeggen indien bekend, door schuld onbekend gebleven, of door een aan schuld te wijten dwaling als onbestaande beschouwd. (In de motivering verklaarde het Hof dat de vrijspraak van de verdachte van het associatieve misdrijf zijn wetenschap van het omgaan met en ontvangen van goederen afkomstig van een transnationale organisatie niet uitsluit).
Volgens het Hof zijn de toerekeningscriteria gebaseerd op artikel 59, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat de onwetendheid van de wet of de bestanddelen van het misdrijf alleen als relevant beschouwt indien deze te wijten is aan schuld. Dit betekent dat zelfs een vrijspraak verenigbaar kan zijn met de configuratie van transnationaliteit indien de verdachte zich bewust was van de omstandigheden met betrekking tot de oorsprong van de verhandelde goederen.
De uitspraak nr. 27379/2023 vertegenwoordigt een belangrijke stap voorwaarts in het begrip van strafrechtelijke aansprakelijkheid in een mondiale context. Het verduidelijkt dat de verzwarende omstandigheid van transnationaliteit niet wordt uitgesloten door vrijspraak van een associatief misdrijf, wat de weg opent voor een bredere beoordeling van individuele gedragingen. Deze aanpak kan toekomstige jurisprudentiële beslissingen en verdedigingsstrategieën in vergelijkbare zaken verder beïnvloeden, waarbij de nadruk wordt gelegd op de wetenschap en de zorgvuldigheid die elk individu moet betrachten ten aanzien van zijn acties, met name in een context die zo complex is als die van georganiseerde transnationale criminaliteit.