Arrest nr. 14874 van 2024, uitgesproken door het Hof van Cassatie, biedt een belangrijke interpretatie met betrekking tot verduistering bij ondersteunde kredietverlening bestemd voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) die getroffen zijn door de economische gevolgen van de Covid-19 pandemie. In het bijzonder verduidelijkt de beslissing de verantwoordelijkheden van professionals die, profiterend van noodmaatregelen, de bestemming van de fondsen afwenden voor persoonlijke doeleinden in plaats van voor de wettelijk voorgeschreven doeleinden.
De noodwetgeving, met name Decreet Wet 8 april 2020, nr. 23, heeft buitengewone maatregelen ingevoerd om KMO's te ondersteunen, door de toegang tot ondersteunde kredietverlening te garanderen. Artikel 13, letter m), van dit decreet, breidt de toegang tot de garantie van het Fonds voor KMO's uit, waardoor professionals de mogelijkheid krijgen om vitale fondsen voor hun activiteiten te verkrijgen. Dit heeft echter ook vragen opgeroepen met betrekking tot de correcte bestemming van de kredietverlening.
Zoals benadrukt in het arrest, is verduistering aan de orde wanneer een professional de ontvangen fondsen voor persoonlijke doeleinden bestemt, en daarmee de wettelijke verplichtingen schendt. De belangrijkste punten van het arrest kunnen als volgt worden samengevat:
Ondersteunde kredietverlening met garantie voor KMO's die getroffen zijn door de Covid-19 pandemie - Professionals - Bestemming voor andere doeleinden - Verduistering ex art. 316-bis van het Wetboek van Strafrecht - Vaststelling. Wat betreft de noodwetgeving gericht op de ondersteuning van ondernemingen die getroffen zijn door de gevolgen van de Covid-19 pandemie, is het misdrijf van verduistering ex art. 316-bis van het Wetboek van Strafrecht vaststelbaar in het geval dat de professional, aan wie, krachtens art. 13, letter m), van d.l. 8 april 2020, nr. 23 (zogenaamd liquiditeitsdecreet), omgezet, met wijzigingen, door wet 5 juni 2020, nr. 40, de toegang tot de door het Fonds voor Kleine en Middelgrote Ondernemingen verleende garantie wordt uitgebreid, de kredietverlening die ten gunste van hem is verstrekt, bestemt voor persoonlijke behoeften in plaats van voor de professionele activiteit waarvoor deze wettelijk is bestemd.
Arrest nr. 14874 van 2024 vertegenwoordigt een belangrijke stap voorwaarts in de juridische kwalificatie van onrechtmatige gedragingen die verband houden met oneigenlijk gebruik van publieke financiering. Het benadrukt het belang van een correct en transparant gebruik van middelen die bestemd zijn om KMO's te ondersteunen, en onderstreept dat het niet naleven van deze verplichtingen kan leiden tot aanzienlijke strafrechtelijke gevolgen. Het is van essentieel belang dat professionals hun verantwoordelijkheden begrijpen bij het beheer van publieke fondsen, zodat zij op ethische en wettelijke wijze kunnen bijdragen aan het herstel van economische activiteiten die getroffen zijn door de gezondheidscrisis.