Arrest nr. 10376 van 17 april 2024 van het Hof van Cassatie biedt belangrijke verduidelijkingen met betrekking tot de bewijskracht van het politierapport, een cruciaal onderwerp in de context van schriftelijk bewijs in civiele zaken. In deze beschikking wordt het concept van "volledig bewijs" geleverd door het politierapport en de grenzen van de geldigheid ervan, met name met betrekking tot de verklaringen van de betrokken partijen en de door de ambtenaar van de openbare macht verkregen informatie, nader onderzocht.
Volgens de in het arrest geformuleerde hoofdregel heeft het politierapport de kracht van volledig bewijs, tot aan een valsheidsklacht, voor de verklaringen van de partijen en voor de feiten die de ambtenaar van de openbare macht als in zijn aanwezigheid voorgevallen heeft vastgesteld. Wat echter de feitelijke omstandigheden betreft die door derden of naar aanleiding van andere vaststellingen zijn vastgesteld, behoudt het proces-verbaal een intrinsieke betrouwbaarheid, maar deze kan slechts met specifiek tegenbewijs worden betwist. Dit aspect is van fundamenteel belang, aangezien het een evenwicht tot stand brengt tussen de noodzaak van betrouwbaar bewijs en het recht om dit bewijs te betwisten door middel van een adequate tegenbewijslevering.
Politierapport - Bewijskracht - Volledig bewijs tot aan valsheidsklacht - Onderwerp en grenzen - Identificatie - Omstandigheden die niet van bevoorrechte geloofwaardigheid genieten - Beoordeling van deze als intrinsiek betrouwbaar - Mogelijkheid. Het politierapport levert volledig bewijs, tot aan een valsheidsklacht, alleen van de verklaringen van de partijen en van de andere feiten die de ambtenaar van de openbare macht als in zijn aanwezigheid voorgevallen heeft vastgesteld, terwijl, wat betreft de andere feitelijke omstandigheden die hij aangeeft te hebben vastgesteld tijdens het onderzoek, omdat hij deze van derden of naar aanleiding van andere vaststellingen heeft vernomen, het proces-verbaal, vanwege zijn aard als openbaar document, altijd een intrinsieke betrouwbaarheid heeft die slechts door specifiek tegenbewijs kan worden weerlegd. (Ter toepassing van het beginsel heeft het Hof het beroep verworpen waarbij de bestreden uitspraak werd bekritiseerd omdat deze de waarde van "volledig bewijs" had verworpen van de metingen uitgevoerd door de verkeerspolitie, die onmiddellijk ter plaatse van een ongeval was ingegrepen en in het proces-verbaal was opgenomen).
Deze beslissing bevestigt niet alleen het belang van het politierapport als bewijsmiddel, maar benadrukt ook enkele praktische implicaties voor de partijen die betrokken zijn bij juridische geschillen:
Arrest nr. 10376 van 2024 vertegenwoordigt een belangrijke stap in het begrip van de bewijskracht van het politierapport. Het verduidelijkt de grenzen en de geldigheid van de door ambtenaren van de openbare macht verstrekte informatie, en stelt een belangrijk onderscheid vast tussen direct en indirect bewijs. Partijen die betrokken zijn bij juridische procedures moeten deze beginselen in gedachten houden om effectief door het rechtssysteem te navigeren en hun rechten te beschermen.