De schorsing van het rijbewijs is een van de meest gevreesde en zwaarste bijkomende sancties voor overtreders van de verkeerswet. De toepassing ervan is echter niet altijd rechtlijnig, vooral niet wanneer zowel administratieve als strafrechtelijke beslissingen van kracht zijn. De recente uitspraak van de Strafkamer van het Hof van Cassatie, arrest nr. 19433 van 08/04/2025 (gedeponeerd op 24/05/2025), onder voorzitterschap van Dr. U. B. en met Dr. F. A. als rapporteur, biedt een fundamentele verduidelijking van de relatie tussen deze verschillende soorten sancties en introduceert een principe van groot belang voor de bescherming van de burger.
In ons rechtssysteem kan de schorsing van het rijbewijs zowel door de administratieve overheid (de prefect, voorzorgsmaatregel of definitief) als door de strafrechter als bijkomende sanctie na een verkeersmisdrijf worden bevolen. Dit dubbele spoor kan verwarring en potentieel een buitensporige last voor de beklaagde veroorzaken, zoals in het geval van S. N., wiens beroep door de GIP van de Rechtbank van Busto Arsizio werd afgewezen. Het Hof van Cassatie grijpt in om deze toepassingen te harmoniseren, verwijzend naar de artikelen 186 en 223 van de Wegcode, die respectievelijk rijden onder invloed en de bijkomende sancties na verkeersmisdrijven regelen.
Inzake verkeerscirculatie sluit de toepassing van de schorsing van het rijbewijs door de administratieve overheid de oplegging van de bijkomende schorsende sanctie door de rechter in strafzaken niet uit, behoudens de noodzaak, indien deze laatste in een hogere mate wordt bepaald, om het reeds ondergane tijdvak in mindering te brengen bij de tenuitvoerlegging.
De bovenstaande rechtsoverweging is de kern van de beslissing van het Hooggerechtshof. In eenvoudige bewoordingen betekent dit dat als een persoon een administratieve schorsing van het rijbewijs ondergaat (bijvoorbeeld onmiddellijk na een controle wegens rijden onder invloed) en vervolgens in strafrechtelijke zin wordt veroordeeld voor hetzelfde feit, de strafrechter nog steeds vrij is om zijn eigen bijkomende sanctie van rijbewijsschorsing op te leggen. Echter, en dit is het cruciale punt, als de door de strafrechter bevolen schorsing langer duurt dan de reeds administratief ondergane schorsing, moet het reeds 'vooraf ondergane' tijdvak in mindering worden gebracht. Dit mechanisme van aftrek, dat plaatsvindt tijdens de tenuitvoerlegging, is bedoeld om te voorkomen dat de burger tweemaal voor dezelfde periode wordt gestraft en garandeert een principe van proportionaliteit en materiële rechtvaardigheid.
Het arrest van het Hof van Cassatie is gebaseerd op een principe van juridische beschaving: hoewel het de legitimiteit van een dubbele sanctie (administratief en strafrechtelijk) erkent, zorgt het ervoor dat een ongerechtvaardigde duplicatie of een onevenredige verzwaren van de straf wordt vermeden. De jurisprudentiële precedenten zijn geconsolideerd, zoals blijkt uit de verwijzingen naar conforme arresten nr. 18920 van 2013, nr. 47955 van 2004 en nr. 20 van 2000. Het doel is tweeledig:
Deze interpretatie is bedoeld om de burger te beschermen tegen een buitensporige last, door ervoor te zorgen dat de toepassing van sancties altijd gericht is op proportionaliteit en redelijkheid, in overeenstemming met de constitutionele beginselen en Europese normen die fundamentele rechten beschermen.
Het arrest nr. 19433 van 2025 van de Strafkamer van het Hof van Cassatie vertegenwoordigt een vast punt in de jurisprudentie inzake verkeerscirculatie en rijbewijsschorsing. Het verduidelijkt definitief dat de administratieve en de gerechtelijke autoriteit onafhankelijk kunnen optreden, maar met een essentiële correctie: de reeds administratief ondergane schorsingsperiode moet altijd in mindering worden gebracht op de bijkomende strafrechtelijke sanctie, indien deze laatste langer duurt. Dit principe is van fundamenteel belang voor iedereen die te maken krijgt met strafrechtelijke procedures wegens verkeersmisdrijven, aangezien het garandeert dat de uiteindelijke berekening van de straf eerlijk en evenredig is. Om onaangename verrassingen te voorkomen en de correcte toepassing van deze beginselen te waarborgen, is het altijd raadzaam om juridische professionals te raadplegen die gespecialiseerd zijn in strafrecht en verkeersrecht.