Warning: Undefined array key "nl" in /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php on line 39

Warning: Undefined array key "HTTP_ACCEPT_LANGUAGE" in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 25

Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php:39) in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 61
Bekentenis en proeftijd in jeugdrechtspraak: het beginsel van de Hoge Raad in arrest nr. 12007/2024 | Advocatenkantoor Bianucci

Bekentenis en proeftijd in jeugdstrafzaken: het beginsel van de Cassatierechter in arrest nr. 12007/2024

De recente uitspraak van het Hof van Cassatie, Afdeling Jeugd, nr. 12007 van 3 december 2024 (gedeponeerd op 26 maart 2025) biedt een belangrijke gelegenheid om na te denken over het delicate snijvlak tussen de bekentenis van de minderjarige verdachte, de schorsing van de procedure en de proeftijd ex art. 28 d.P.R. 448/1988. De zaak vloeit voort uit een beroep ingediend door de advocaat van M. P. M. L. F., tegen de beslissing van het Hof van Beroep van Milaan dat het verzoek om proeftijd had afgewezen, omdat de enkele schuld bekennen niet voldoende werd geacht. Het Hooggerechtshof, bij het bevestigen van de afwijzing, heeft verduidelijkt aan welke vereisten de bekentenis moet voldoen om werkelijke relevantie te hebben in de prognostische beoordeling van het herstel van de minderjarige.

De kern van de beslissing

Volgens de rechters van cassatie is het niet de bekentenis op zich die toegang tot de proeftijd bepaalt, maar de "kritische" inhoud die deze moet uitdrukken. De minderjarige moet aantonen dat hij de ernst van de feiten heeft begrepen en dat hij al op weg is naar een pad van persoonlijke rijping. Alleen zo kan de rechter een fumus boni iuris formuleren van toekomstige heropvoeding, een onmisbaar vereiste voor de schorsing van de procedure.

In het kader van jeugdstrafzaken, voor de toelating tot de proeftijd na schorsing van de procedure, kan de bekentenis alleen relevantie hebben indien deze blijk geeft van een daadwerkelijke kritische heroverweging door de minderjarige van zijn eigen handelen, die geschikt is om een positieve prognostische beoordeling te onderbouwen met betrekking tot de mogelijkheid van heropvoeding en re-integratie in het sociale leven.

Deze uitspraak, buiten het technische jargon, bepaalt dat de minderjarige "voorbij" de simpele erkenning van het feit moet gaan: er is een innerlijke acceptatie nodig van de heropvoedingsdoelen die het rechtssysteem, met name in het jeugddomein, centraal stelt.

Het wettelijk kader en jurisprudentie

Artikel 28 van d.P.R. 448/1988 voorziet in de mogelijkheid om de procedure met proeftijd te schorsen, waarbij een gepersonaliseerd heropvoedingsproject vereist is. De Cassatierechter had het onderwerp al eerder behandeld:

  • Afdeling 5, nr. 13370/2013: de bekentenis is een indicatie van berouw, maar moet worden beoordeeld in samenhang met andere persoonlijkheidselementen.
  • Afdeling 5, nr. 37018/2019: de loutere erkenning van het feit is niet voldoende indien deze niet gepaard gaat met een proces van bewustwording.
  • Afdeling 5, nr. 37860/2021: centraliteit van het project, overeengekomen met de sociale diensten.

De uitspraak van 2024 sluit hierbij aan en benadrukt de behoefte aan een dynamische en niet louter formele visie op de bekentenis.

Praktische implicaties voor advocaten en professionals

Gezien deze uitspraak zal de advocaat die een minderjarige bijstaat het volgende moeten doen:

  • Vanaf het begin werken aan een proces van verantwoordelijkheidszin, waarbij familie en lokale diensten worden betrokken.
  • De rijping van de minderjarige concreet documenteren (schoolbezoek, therapieën, vrijwilligerswerk).
  • Het verzoek om proeftijd structureren door de reeds behaalde resultaten te benadrukken, om zo de positieve prognostische beoordeling te ondersteunen.

Ook de rechters van de feitelijke instanties worden opgeroepen om nauwkeurig te motiveren of dit proces van kritische heroverweging wel of niet aanwezig is, en om gestandaardiseerde beslissingen te vermijden die de uitspraak aan toekomstige cassatieberoepen zouden kunnen blootstellen.

Conclusies

Arrest nr. 12007/2024 benadrukt de heropvoedende functie van de gehele jeugdprocedure, in overeenstemming met art. 31 van de Grondwet en de Europese aanbevelingen inzake jeugdstrafrecht. De bekentenis moet, om waarde te krijgen, de weerspiegeling zijn van een authentiek bewustzijn, dat de rechter een concrete vooruitzichten op sociale re-integratie kan bieden. Een waarschuwing dus voor alle juridische professionals: de proeftijd mag niet worden gereduceerd tot een middel om de werkdruk te verminderen, maar moet een substantieel groeiproces blijven, op maat gemaakt voor de jonge dader.

Advocatenkantoor Bianucci