Warning: Undefined array key "nl" in /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php on line 39

Warning: Undefined array key "HTTP_ACCEPT_LANGUAGE" in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 25

Warning: Cannot modify header information - headers already sent by (output started at /home/stud330394/public_html/pages/blog-articolo.php:39) in /home/stud330394/public_html/template/header.php on line 61
Besluit nr. 9403 van 2024: Vermoeden van Inkomen en Bankonderzoeken | Advocatenkantoor Bianucci

Verordening nr. 9403 van 2024: Vermoeden van Inkomen en Bankonderzoeken

Verordening nr. 9403 van 2024, uitgevaardigd door het Hof van Cassatie, heeft aanzienlijke belangstelling gewekt met betrekking tot de toepassing van het vermoeden van inkomen dat kan worden afgeleid uit banktransacties. Dit arrest biedt belangrijke verduidelijkingen over de reikwijdte van fiscale onderzoeken en de rechten van belastingbetalers, en stelt grenzen aan de acties van de belastingdienst.

De Wettelijke Context

Het wettelijke vermoeden van beschikbaarheid van hoger inkomen, zoals voorzien in artikel 32, lid 1, punt 2, van d.P.R. nr. 600 van 1973, is niet alleen van toepassing op houders van bedrijfsinkomsten of inkomsten uit zelfstandig beroep, maar strekt zich uit tot alle belastingbetalers. Dit beginsel wordt verder ondersteund door artikel 38, dat betrekking heeft op de vaststelling van het totale inkomen van natuurlijke personen. De Constitutionele Hof heeft echter met arrest nr. 228 van 2014 enkele significante beperkingen ingevoerd.

Vaststelling - Bankonderzoeken - Vermoeden ex art. 32 d.P.R. nr. 600 van 1973 - Algemeenheid van belastingbetalers - Toepasbaarheid - Beperkingen. Wat betreft inkomstenbelastingen, is het (relatieve) wettelijke vermoeden van beschikbaarheid van hoger inkomen, afleidbaar uit de resultaten van bankrekeningen, conform art. 32, lid 1, punt 2, van d.P.R. nr. 600 van 1973, niet alleen van toepassing op houders van bedrijfsinkomsten of inkomsten uit zelfstandig beroep, maar strekt zich uit tot de algemeenheid van belastingbetalers, zoals af te leiden uit het latere art. 38, betreffende de vaststelling van het totale inkomen van natuurlijke personen, dat verwijst naar hetzelfde art. 32, lid 1, punt 2; echter, na het arrest van het Constitutionele Hof nr. 228 van 2014, hebben opname-transacties van bankrekeningen een presumpieve waarde ten aanzien van alleen houders van bedrijfsinkomsten, terwijl storting-transacties ten aanzien van alle belastingbetalers gelden, die de effectiviteit ervan kunnen weerleggen door aan te tonen dat deze reeds zijn opgenomen in het belastbare inkomen of irrelevant zijn.

De Implicaties van het Arrest

Deze verordening vertegenwoordigt een belangrijke stap vooruit voor de rechten van belastingbetalers, aangezien het verduidelijkt dat:

  • Stortingen op bankrekeningen als bewijs tegen alle belastingbetalers kunnen worden gebruikt.
  • Belastingbetalers het recht hebben om dergelijke vermoedens te betwisten door aan te tonen dat de stortingen reeds zijn aangegeven of niet relevant zijn.
  • Opname-transacties alleen als een vermoeden worden beschouwd voor houders van bedrijfsinkomsten.

Deze verduidelijkingen zijn cruciaal, aangezien ze belastingbetalers verdedigingsmiddelen bieden tegen mogelijke ongerechtvaardigde fiscale aanslagen en een evenwicht garanderen tussen de bevoegdheden van de administratie en de rechten van de burgers.

Conclusies

Concluderend, verordening nr. 9403 van 2024 biedt een belangrijke verduidelijking van het vermoeden van inkomen en fiscale onderzoeken. De mogelijkheid voor belastingbetalers om vermoedens gebaseerd op banktransacties te betwisten, biedt meer bescherming en transparantie in de relatie met de belastingdienst. Het is essentieel dat elke belastingbetaler zich bewust is van deze rechten en de hulp van deskundigen op fiscaal gebied inschakelt om hun belangen te beschermen.

Advocatenkantoor Bianucci