Arrest nr. 22261 van 6 augustus 2024, uitgesproken door het Hof van Cassatie, biedt belangrijke inzichten met betrekking tot intracommunautaire leveringen en de zorgplicht die rust op de leverancier. Dit arrest past in een context van toenemende aandacht van de belastingautoriteiten voor de correcte naleving van btw-verplichtingen en de preventie van belastingfraude.
Volgens artikel 41 van wetsbesluit nr. 331 van 1993 is de leverancier verplicht om zich zorgvuldig en voorzichtig te gedragen, met name wanneer er afwijkingen optreden in de gebruikelijke handelspraktijken. Dit arrest herhaalt dat de zorgplicht niet beperkt is tot oppervlakkige controles, zoals de loutere verificatie van een btw-nummer, maar een grondig onderzoek vereist naar de werkelijke soliditeit van de afnemer.
Intracommunautaire leveringen - Zorg- en voorzichtigheidsplicht van de leverancier - Art. 41 van wetsbesluit nr. 331 van 1993 - Doel - Inhoud. Wat betreft intracommunautaire leveringen, de zorg- en voorzichtigheidsplicht – die, krachtens art. 41 van wetsbesluit nr. 331 van 1993, op de leverancier rust om mogelijke illegale praktijken achteraf te voorzien en te voorkomen – wordt versterkt wanneer er afwijkingen optreden ten opzichte van gebruikelijke praktijken (in dit geval, het voeren van onderhandelingen met de toekomstige wettelijke vertegenwoordiger van een op te richten vennootschap) en moet betrekking hebben op de effectiviteit, operationele capaciteit, ernst en soliditeit van de afnemer, teneinde een algeheel oordeel van betrouwbaarheid te vormen, door middel van een onderzoek dat niet beperkt is tot formele resultaten, zoals het bestaan en de geldigheid van het btw-nummer, maar dat zich uitstrekt tot de werkelijke economische en financiële situatie, waarbij de structuren, de kapitaalsterkte, het klantenbestand en de reputatie worden onderzocht.
De uitspraak van het Hof van Cassatie benadrukt het belang van een strenge aanpak bij het beoordelen van de soliditeit van de afnemer. Dit impliceert dat de leverancier het volgende moet doen:
In het bijzonder onderstreept het arrest dat de leverancier bijzonder alert moet zijn wanneer er zich afwijkende situaties voordoen, zoals in het onderzochte geval, waarbij de leverancier interactie had met een entiteit die een nieuwe vennootschap oprichtte. Dit vereist grotere voorzichtigheid en een nauwkeurige analyse om mogelijke illegale praktijken te voorkomen die niet alleen op fiscaal, maar ook op juridisch gebied gevolgen kunnen hebben.
Concluderend vertegenwoordigt arrest nr. 22261 van 2024 een belangrijke leidraad voor professionals en bedrijven die betrokken zijn bij intracommunautaire leveringen. Het benadrukt de noodzaak van adequate due diligence, en versterkt het idee dat een louter formele controle niet volstaat om naleving van de regelgeving te garanderen. De voorzichtigheid en zorgvuldigheid van de leverancier beschermen niet alleen het fiscale belang, maar dragen ook bij aan het behoud van de integriteit van de markt. In een steeds complexere juridische context wordt het bewustzijn van de eigen verantwoordelijkheden cruciaal om sancties en juridische problemen te vermijden.